Jaar | Beschrijving | Map nummer |
Document.nr. en toevoeging |
1909 | Diverse kritieken.Onbekend welke tentoonstelling, maar wellicht ook de 'Salon des Artistes'?? Kritiek uit de Figaro van mei 1909. | 0 | 497 - 2 |
1910 | Diverse kritieken.Arti najaarstentoonsteling van oktober - november 1910. NRC van 0ktober 1910 . | 0 | 497 - 3 |
1910 | Diverse kritieken.Onbekend welke krant. Telegraaf van 24 oktober 1910 mbt de najaartentoonstelling in Arti:' Martin Monnickendam trekt de aandacht door een groote aquarel 'Zondag buiten' ( 10 - 07 - L ). De gedachte ( laat ons dadelijk apprecieeren, als er in een Nederlandsche kunstwerk een 'gedachte' zit) is wel aantrekkelijk.......De teekening ziet er frisch en sterk uit. ' | 0 | 497 - 4 |
1908 | Diverse kritieken.de Controleur van zaterdag 19 novenber 1910. | 0 | 497 - 5 |
1911 | Diverse kritieken.Hofstad van 14 october 1911:'.... Zijn ' Witte Paard ' is een weelde en oogenlust, een superieur specimen van decoratieve schilderkunst.' | 0 | 497 - 6 |
1912 | Diverse kritiekena. De telegraaf 0ctober 1912 n.a.v. de tentoonstelling ??? (ws Lucas):'Voor mij is het belangsrijkste van de tentoongestelde werken het magistrale zelfportret van Monnickendam. Ik beschreef dit reeds vroeger, toen het voor het eerste in Arti werd gexposeerd. Prachtig is het doek nu bestorven en getuigt van de fameuze schilderkracht van den maker en van zijn eerbied voor de groote traditie. Zijn 'interieur', een in het wit gekleede damesfiguur, doet Monnickendanm als een zeer krachtig colorist en een geduldig en bedachtzaam technicus kennen.'Ws (zie nl de kritiek onder b): Monarosa 10 - 03 - PInterieur: 08 - 12 - INT | 0 | 498 - 1 |
1912 | Diverse kritiekenHofstad van october 1912:' Een fantastich verfijnde als hij is Monnickendam. Er is veel moois in dat zelfportret van een vader, die een kind als een wonderbloem op den arm draagt, dat met een paar mystieke oogen het leven intuurt.'10 - 03 - P. | 0 | 498 - 2 |
1912 | Diverse kritieken'Memorandum', blad van de kunsthandelaars van mei 1913 nalv de tentoonstelling bij St Lucas van 4 mei - 15 juni 1913:' En welk een eminent stillevenschilder Monnickendam is, blijkt uit zijn 'Levensvreugd', een rasschilder die niet meer hier-en-daar zoekende moest blijven.' | 0 | 498 - 3 |
1912 | Diverse kritiekenOnbekend uit welke krant, juni 1918, welke tentoonstelling??:' Van Monnickendam’s portretten noemen we dat van den schilder zelf met zijn kind, welks kopje vol leven is geschilderd en het portret van een heer met mooi nerveus geschilderde handen. ' | 0 | 498 - 4 |
1912 | Diverse kritiekenZelfde krant, maar ook dezelfde datum en welke tentoonstelling??:' Van de groep Martin Monnickendam, behalve portretten een bloem- en een vruchtenstuk omvattend, is de Vlaamsche weelderigheid, het smullen in de lekkere smeuige verven en den rijkdom der kleuren het meest volgehouden in Levensvreugd, een symbolisch schilderij van overvloed en schaterende blijheid, waarvan Pallieter zelf genieten zou en voorgesteld door een weelde van bloeiend rijp ooft in een schaal, gedragen .. (dan houdt het knipsel op). | 0 | 498 - 5 |
1912 | Diverse kritiekenNieuws van de Dag van maart 1921 nalv de tentoonstelling van de Hollandse Kunstenaars Vereniging van 10 maart - 3 april 1921:Beschrijving van Oorlog en Vrede en de opmerking dat er meer geexposeerd was dan de catalogus aangaf! Genoemd zijn onder meer :De Verjaardag, de Lezing en Theaterpubliek en het Geitje. | 0 | 498 - 6 |
1912 | Diverse kritiekenAlgemeen handelsblad van maart 1921 nalv de zelfde tentoonstelling:'.., maar Monnickendam’s ongebreidelde bravoure davert den bezoeker tegen in het eigen zaaltje, dat hem hier werd afgestaan. daar hangen de twee groote fantasien van 'Oorlog' en 'Vrede' (cat. 57 en 58) de schepping die zichzelf verwoest in haat of koestert in het geluk der liefde. Voor onzen smaak zijn die beide tafereelen, bruisend van leven en sprankelend van geest, en getuigend van buitengewone schildersvaardigheid, toch te uitbundig en te bont....'Genoemd: 20 - 01 en 02 - STILL. | 0 | 498 - 7 |
1925 | N.a.v. de tentoonstelling 'Tot de Kunst' gehouden in mei 1925.Nieuwe Apeldoornsche Courant van Dinsdag 19 mei 1925 :'Over het werk van Monnickendam laten we het woord aan onzen medewerker Polderman. Deze haalt vervolgens herinneringen op aan de tentoonstelling in Arnhem van 1907 ( met Vaarzon Morel ): '’t Werk verschilde zoo van alle traditie en stond zoo ver boven het peil van het gros der schilderende menschheid, dat 't een onuitwisbare indruk moest maken.' Schrijfer geeft aan dat dit de eerste tentoonsteling van 'Tot de Kunst' was.'.. Wat mooie dingen Monnickendam daarmee weet te beieken, kunnen we zien in 'Flora'. rondom de witte lampjes gloeit een prachtig rood, waar Monnickendam het monopolie van bezit. Onder de lampen scharen de schouwburgbezoekers zich en genieten van de toneelvoorstelling. Met eenvoudige middelen schilderde hij hier een menschenmenigte. Vaak brengt Monnickendam in zijn werk een brok ornamentiek aan, 't balcon o.a. in 'Flora', het plafond in 'After the Ball', de schouw in de teekening van het boereninterieur, het kamerscherm in Salome. Dergelijke brokjes zijn voor hem zoo belangrijk, dat ze soms zooals in 'After the Ball' de hoofdzaak van 't schilderij gaan vormen. Welk genoegen hij van een mooie ornamentiek geniet toont de collectie studie naar oude deuren in de kleine zaal. Het belangrijkste schilderij van de expositie is zijn Salome. Blank in 't volle licht, tegen een prachtigen achtergrond, schrijdt Salome onbewogen voort met de schotel, dragende het hoofd van Johannes den Dooper. Als tegenstelling tegen 't blank van Salome een neger in mooi bruin coloriet. 'etc..Genoemd zijn :Flora 05 - 09 - INTAfter the Ball, waarschijnlijk De Rode Loper 20 - 07 - INTSalome 13 - 08 - DIVJongetje met de KoekZusjes 15 - 04 - PDiana 19 - 12 - STILLVoor het Feest (Overvloed) 19 - 01 - STILLRothenburg groot 23 - 12 - DURotenburg klein 23 - 13 - DU't Groene HoedjeMonarosa 23 - 04 - PDe volgende aquarellen - pastels:Aan de Amstel StroeAmerongenPont de FranceBouillonViandenHuis toeHamelenStraatje in BarneveldPaschen in GulpenCrypta te Goslar.Kritieken. | 0 | 499 - 1 |
1925 | N.a.v. de tentoonstelling 'Tot de Kunst' gehouden in mei 1925.NRC avondblad van 25 mei 1925:'...De leiders hebben geen moeite ontzien. Al deze bijna vijftig schilderijen en pastels werden per auto uit Amsterdam vervoerd: en wie weet hoeveel overredingskracht er nodig is om een kunstenaar te bewegen, tot zulk plan zijn toestemming te geven:....De tentoonstelling is vrijwel overzichtelijk. Van werk van 1903 af, tot van het allerlaatste uit 1925, is er aanwezig....Monnickendam is wel de meest op zich zelf staande schilder, dien wij op het oogenblik hebben: men kan hem met niemand vergelijken, hem bij geen enkele groep onder brengen. Hij staat apart in de uitbundigheid van zijn niet altijd fijn koloriet, in de felheid van zijn licht, in zijn techniek, zijn glad gepuimde verf pate, en in het exuberante, het onhollandsch levendige, soms te drukke van zijn composities: apart ook in zijn onderwerpen. Hoe hebben zijn enorme vruchten-etalages aanvankelijk verbaasd, zijn groote doeken als :'De Zelfkant der stad' met de krottige huisjes, de geestig getypeerde varkens, een werk dat hier niet is te vinden, de bewonderende aandacht getrokken!.. Het eerste (Het Groene Hoedje) is uit 1903 en vertoont nog Allebe’s invloed: het tweede (Flora) uit 1910 houdt verband met zijn prachtige doeken 'Het Conservatoire' en 'De Veiling' uit 1905 en 1908, die beide op zijn jubileum-tentoonstelling verleden jaar in het Stedelijk Museuem hingen. Er is daar dezelfde rust in de compositie, hetzelfde mooie rood en warm, zacht, avondlicht. We vinden hierin reeds al Monnickendam’s typische eigenschappen, waartoe hij later, op nog eigendommelijker wijze schijnt terug te zullen komen. Doch eerst moest deze kunstenaar zich nog in de orgien van zij oostersche verbeelding uitleven.Volgt beschrijving van Salome en Oorlog en Vrede.'De onrust van de oorlogsjaren scheen ook hem uit het evenwicht te hebben gerukt. Uit die periode (1919() zien we op deze tentoonstelling 'Diana' en 'Voor het Feest' dat ook wel 'Overvloed' genoemd wordt en daarmee beter getypeerd is, omdat er duidelijker het fantastische, het in gedachten geziene van dit schilderij in schuilt, waar we een profusie van voorjaars- en najaarsvruchten, St Nicolaas-gebak en wild, alles bijeen in volte heel het groote doekoppervlak vullend, aanschouwen.Verder worden nog enkele werken besproken, met name 'Pietje met de Koek' ( dat leutige kereltje met zijn groote oogen, zijn mooi-zwarte bouffante, los gestrikt, en in den arm zijn groote speculaas pop, met kleurige lintjes versierd. tegen een vuurrood scherm, naast mooi-diep-tonig kamerverschiet, staat het ventje, zijn zwarte schoentjes op het purperkleurige tapijt. Monnickendam is hier in zijn element: volop warm colorist - maar toch... rustig staan de diep-tonige vlakken tegen elkaar - volop humorsitisch is het geestig typeeren van het jongetje').Genoemd zijn:Groene Hoedje uit 1903 03 - 03 P????Flora uit 1910 (schouwburgscene), maar het moet zijn 1905: 05 - 09 - INT: heeft hij dit werk later bijgewerkt?Salome 13 - 08 - DIVDiana 19 - 12 - STILLOvervloed 19 - 01 - STILLOorlog 20 - 02 - STILLVrede 20 - 01 - STILLNa het Bal 20 - 07 - INTHet Stadhuis te Rhotenburg 23 - 12 - DUPietje met de Koek ( hier vermeld dat het gedateerd is 1925, wel erg sterk.....)Kritieken. | 0 | 499 - 2 |
1915 | Kritiek Algemeen Handelsblad van 13 februari van M.V. (Maria Viola), maar welk jaar? (waarschijnlijk Stedelijk Museum 1915, maar dan klopt de datum niet: 7 - 28 maart):'...van Monnickendam een Stadsgezicht: het trekken van een praalstoet, rijk en kleurig, langs de guldene rijkheid van het oude Brugsche raadhuis: pittige figuurtjes, wuivende vanen, trappelende paarden,- fijne bewegelijkheid van echter leven dan in veel van zijn latere werk gevonden wordt.'Met: Hoytema, Akkeringa, Van Doornik, Garms, Haverkamp, Vredenburgh-Schotel, Van den Berg, Willem Roelofs e.a.Kritieken. | 0 | 500 - 1 |
1909 | Onbekend van welke krant, juli 1909, het betreft hier de tentoonstelling: vierde Vierjaarlijkse in Arnhem van 10 juli - 22 augustus 1909:' Intusschen niemand zal, zooals de toestand was, de gouden medaille misgund hebben aan de Fruitverkoopster van Monnickendam, die als geheel verre overtreft wat wij tot nog toe van hem zagen. De techniek, welke deze schilder zich eigen maakte en die er uitziet of hij vernis of lak in zijn verf mengt, is hier, waar hij het clair-obscur meer toepast en in een warmeren toon schildert, van groote werking. In het bijzonder zijn de groep van de bananen en de kreeft mooi en groot gezien: trouwens ook het vrouwenkopje, Goya-achtig in het levensvolle, is goed in die vruchtenomgeving gezien. De vogel, dien zij in de hand houdt, moge magerder van schildering zijn dan die van Bautz, hij is mooi opgenomen in het plan van het met kracht doorgevoerde schilderstuk.'Kritieken. | 0 | 500 - 2 |
1909 | De Telegraaf. Zelfde tentoonstelling in Arnhem van 1909:' Het tweede schilderij, dat mij frappeerde, is Monnickendam’s 'Fruitverkoopster' (211). Wat daarin bereikt is in macht van kleur, in sterk modele, is buitengewoon. Monnickendam is dit jaar bezig stormerder hand een eerste plaats in onze kunstwereld te veroveren.'Kritieken. | 0 | 500 - 3 |
1909 | De Hofstad van 24 juli 1909, ook mbt de Vier Jaarlijks, waarin melding wordt gemaakt van de toekenning van de Gouden Medaille aan Monnickendam. Andere gouden medailles werden toegekend aan: A. Derksen van Angeren, Voorburg en J. Akkeringa, Scheveningen. Met veel geklets.Kritieken. | 0 | 500 - 4 |
1906 | Parodie op het schilderij: Aan den Zelfkant (06 - 06 - L), tekening (Impressies van de Vierjaarlijkse) uit welke krant? Potloodaantekening: 'Parodie, Rotterdam 23 juni 1906.' Zie tentoonstelling Rotterdam van 19 mei - 24 juni 1906.Kritieken. | 0 | 501 - 1 |
1907 | Foto-afdruk van 'Ecole des Arts et Metiers', onbekend welke krant of tijdschrift, met potloodaantekening: ' 4 jaarl 20 sept 1907' Tentoonstelling in Arnhem van 3 - 15 februari 1907?? Maar dan klopt de aantekening niet. Het werk: 08 - 11 - INT. Ook hier zien we weer dat Monnickendam sommige werken later een nieuwe datum gaf!! Dit steunt mijn idee dat het werk van veel vroeger is.Kritieken. | 0 | 501 - 2 |
1912 | Algemeen Handelsblad van april 1912 mbt de Vierjaarlijkse te Arnhem:' Heel anders staat het met Monnickendam’s Entracte (No 94). Al dadelijk omdat men er over verschillen kan, wat de schilder heeft gewild. Een kleurengeheel? een reeks typen in een comedie? De stemming van spanning in een entracte, in een warmen schouwburg?......'b. Algemeen Handelsblad van 1 mei 1912 met vermelding van de bekroningen van de Vierjaarlijks te Arnhem: Goud voor Monnickendam en John Lavery, N. v.d. Maarel, M. Slevogt, E.M. Cubello y Ruiz, J. Sorella y Bastide, H. von Beckerath, George Harcourt, Charles Sims, Jose M. Rodriguez Acosta, Stefan Csok, E. Tito, A. Oleffe, Leon Frederic, Ch. Mackie, Carl Larsson. De medaille van HM ging naar N. Bastert.Het betreft hier: 12 - 03 - INT.Kritieken. | 0 | 502 - |
1908 | De 'Hofstad' van juni 1908 nalv de tentoonstelling: Kunstkring Labeur.:'.....maar vooral het zeer krachtige werk van M. Monnickendam, in dencatalogus vermeld onder den titrel Zelfkant. dat was waarlijk de piece de resistance van het heele salon. - 'ik was er bij, zegde mij Herman Teirlinck, de huidige secretaris van Labeur, toen men op de binnenplaats van het Modern Museum dat doek van Monnickendam uitpakte, en ik kan U verzekeren dat het stand hield, zelfs in de volle zon en in het schelle, zomersche daglicht.'het betreft hier 06 - 06 - LKritieken. | 0 | 503 - |
1931 | Telegraaf van 3 mei 1931 ( of is het 1932?) nalv de 'Biennale' te Venetie met afbeelding van 'Balkon', of: Palco 20 - 10 - INT.b.Drie kritieken uit Italiaansche kranten en Het Algemeen Handelsblad (?) van 28 mei 1932 :' De criticus van de :'Gazetta di NVenezia' heeft gelijk: Men maakt behalve met het werk van bekende en gewaardeerde kunstenaars met dat van verscheidene jongeren kennis. Onder de eerst genoemden trekt vooral Monnickendam met vijf groote doeken de aandacht. Zijn vorm - en kleuruitbundigheid is over bekend en een geheele wand, gevuld met zijn uit den aard der zaak wat'overtroevende ' werken is min of meer verbijsterend.'Genoemd: De Loge, Palco, 20 - 10 - INTStilleven met een man en een jonge vrouw ( 'met ananas jongleerenden koksmaat')Guden bruiloft 15 - 11 - DIV ('De lichtval in dit laatste stuk is zeker onmogelijk te verklaren of te verantwoorden, maar de vondst om al het licht op de beide kleine figuuren te concentreeren en het gehele vuurwerk van bloeme nom hen heen als een geweldig aureool te behandelen is uiterst belangwekkend.'Kritieken. | 0 | 504 - |
1913 | Diverse kritieken, alle uit het archief van Plasschaert:Arti 6 april - 12 mei 1913 (de gouden medaille van hare Majesteit).Haarlems Dagblad van 6 april 1913, artikel van J.H. De Bois.De Bois gaat erop in dat bijna iedereen al die prijs heeft gekregen...' Doch ook zonder deze onderscheiding zou Monnickendam’s werk het interessantste van de geheele expositie geweest zijn. Deze man heeft iets boeiends in zijn werk weten te leggen, een zeker iets dat velerlei bedenkingen ontzenuwt of althans terzijde schuift. Hij heeft dit van den beginne af gehad en is steeds zijn gang gegaan, onbeinvloed door moderne en modernste neigingen en toch weer geheel afwijkend van veel wat langzamerhand bij ons geijkte, klassieke munt was geworden. Monnickendam is een type, een vast en consequent type en dat zegt tegenwoordig onder de productie der jongeren die of vergroot, wat in krachtiger mengsels reeds door de vroegere generatie gegeven werd, of zich in wanhopige probeersels der ultra modernste theorieen verwart, bijzonder veel. Ditmaal gaf hij eene 'Salome'. Het is een typische Monnickendam geworden: kleurig, druk, weinig verfijnt, noch van opvatting, noch van schildering, maar van een frischheid van opzet die heerlijk is in onze dagen van generale repetitie in de peinture van uiterste slapte tot onbezonnenste uitbundigheid.......Voor een nieuwen Monnickendam hebt ge veel meer bedenkingen, meer bezwaren, maar ge erkent grif: hij is een type,een op zichzelf staand geheel, een artist ten slotte met eigen geestelijk merk.'vervolgens wordt het schilderij beschreven.'Wat het is, waardoor Monnickendam steeds boeit en met al zijn eigenaardige smakeloosheden verre boven het betere der jongere generatie zich verheft, bij een vergelijking van dit met het vroeger werk van hem en anderen, zullen wij wel eens gelegenheid vinden daarvoor een definitie te vinden.'Salome: 13 - 08 - DIV Kritieken. | 0 | 505 - 1 |
1920 | Diverse kritieken, alle uit het archief van Plasschaert:Nationale tentoonstelling Beeldende Kunst te Schevenigen, juni 1920. Kritiek uit het Nieuwsblad van 17 juni 1920:' Martin Monnickendam is weer eens heerlijk uitgelaten in zijn compositie 'Aan Dionysus', vrouw met kind in een overdadige kleurenweelde van bloemen en vruchten. Een orgie van hooge kleuren, een ten top gevoerde, zich uitschallende vreugde op het levensfestijn is dit werk, dat met de jaren aan schoonheid winnen zal.'Dionysus: ????Kritieken. | 0 | 505 - 2 |