home
Archief Home    •   Kunst - afbeeldingen    •   Kunst - tekst    •   Foto - afbeeldingen    •   Foto - tekst    •   Documenten - tekst
Zoek:
2469 resultaten gevonden.
Jaar Beschrijving Map
nummer
Document.nr. en toevoeging
0
Documentatie mbt het schilderij 'Boeren van Stroe' invoeringsnummer Stichting 22 - 11 - V. a. correspondentie met de Gemeente Braneveld b. toespraak van de wethouder c. uitnodigingskaart d. boekje dat ter gelegenheid van de onthulling van het schilderij is gemaakt. Zie ook doc 823.
0520 -  
1996
Gespreksnotities met Lodewijk Houthakker van 8 maart 1996. Kunsthandel Houthakker
0521 -  
0
Documentatie m.b.t. het schilderij 'Ecole des Arts et Metiers' Invoeringsnummer Stichting 08 - 11 - INT. a. Artikeltje voor het Stibbebulletin
0522 - 1 
0
Documentatie m.b.t. het schilderij 'Ecole des Arts et Metiers' Invoeringsnummer Stichting 08 - 11 - INT. b. het Stibbebulletin
0522 - 2 
0
Documentatie m.b.t. het schilderij 'Ecole des Arts et Metiers' Invoeringsnummer Stichting 08 - 11 - INT. c. Kerstkaart van Stibbe.
0522 - 3 
1929
krantenartikel 29 - 07 - INT Naam van de Lord Mayor: Sir Kynaston Studd, datum 20 juli 1929.
0523 -  
1998
Herinneringen aan Jopie Breemer en het Jopiehol. Krantenartikel NRC Handelsblad van 16 oktober 1998. Nalv 'De ontboezemingsbundel van Jopie Breemer.' Jopie Breemer was getuige van Monnickendams huwelijk in 1906. Tijdgenoten.
0524 -  
1917
Afbeelding van de Hoogduitsche Synagoge 1917 ( 17 - 89 - SYN). Deze afbeelding komt uit het Houthakker archief (december 1998) en is dus ooit waarschijnlijk afgedrukt. Maar waar? b. Nieuwsbrief van het Joods Hitorisch Museum van februari 1987 met dezelfde afbeelding.
0525 -  
1934
Kopie krantenartikel van de Haagsche Courant van woensdag 10 october 1934. Onder kopje 'Kunst en Letteren' : Crematie Is. Israels. Onder groote belangstelling had vanmiddag de crematie plaats van het stoffelijk overschot van den kunstschilder Is. Israels...Verder waren aanwezig: Dr J. Kalff, directeur Bureau Rijksmonumentenzorg......Jos. H. Gosschalk voorzitter en H.F. Boot, secretaris van van de Ned. federatie van beeldende kunstenaarsvereenigingen....de kunstschilder Jan Sluyters, Martin Monnickendam, Frits Hoogendijk, Nelly Bodenheim, Fred. Poggenbeek, Thamson...
0526 -  
1924
Toespraak van Margot van Hasselt ter gelegenheid van Monnickendam’s 50ste verjaardag (1924) uitgesproken: ' Aan den Meester Martin Monnickendam! Eenige oud leerlingen, waarbij Freule de Jonge zich heeft aangesloten, willen U ter gelegenheid van uw 50ste verjaardag een klein blijk geven van hunnen groote erkentelijkheid voor uwe leiding bij hun studie. Gij hebt het zelve gezegd: 'hoor niet naar mijn woorden, maar zie naar mijn daden'. En aan die Vrijdag ochtend daden, die door uw onbeperkt kunnen en groot oppvoedkundig begrip iedere week en bij elke leerling van anderen aard waren, geeft gij ons de zoo onmisbare basis, waarop wij allen voort konden werken. Vele ongekende waarheden hebt je ons bijgebracht: Waart gij het niet, die ons leerde dat de puimsteen 'n hooger doel heeft dan vuile handen schoon maken: dat een oog zich kan openen en men door een mond kan spreken, dat hoeden en baarden behooren te zitten om een hoofd en niet er op en er aan en die nog veel meer van dergelijke onmisbare wijsheden ons inprentte! Maar bovenal leerde ge ons de Ernst van het schilderen, de toewijding en groote aandacht, die er toe noodig is en toch ook daarnaast dat het een Plezier, de heerlijke inspanning is? Alle hartelijke woorden voor U ontvangen konden hier niet geplaatst worden: enkel de handteekeningen van de deelnemers die hopen dat hunnen kleine bijdrage in staat zal zijn U eenig genoegen te geven op Uw feest. M.L. van Hasselt M. de Jonge E. Peters (?) F.C.H. van der Feltz V. Leonhardt Wirix J. Strumphler Agathe Zettmans J. Langeveld Dubourcq E.C. van Hasfelt Janke.... G.E. Kneppelhout J. Scholten-van Heek B.F. Groeneveld W. Bohl V. Zels Phien Voskuil M. Wurfbain Anna van Houten C.A. Scheffer-ter Kuile M. Franken A....Dros? Thea Lufes 'In dankbare herinnering aan uw goede leiding. Met hartelijke gelukwenschen en vriendelijke groeten..G.W. van der Leck-ter Kuile Amersfoort 12 Febr.’24' Nic Pieneman C.A. van der Willigen ....de Pena ...(onleesbaar) Dit document lag in het archief van Houthakker ter gelegenheid van Monnickendam’s 60ste verjaardag. Waarcshijnlijk door mevrouw M gegeven om de oud-leerlingen te kunnen achterhalen. (interpretatie RJC dec98). Het waren hier de oud-leerlingen van het Internationaal Scihlders Atelier van Freule de Jonge. Enig document Tijdgenoten.
0527 -  
1934
Huldeblijk Martin Monnickendam 1934 a. De brief van het comite met het verzoek om een bijdrage te geven en de antwoorden (en de adressen waar ieder woonde!) daarop. b. Een keurig uitgewerkte lijst met het overzicht van alle namen en de bedragen die een ieder heeft betaald. Deze lijst is opgesteld door G. de Vries, die penningmeester van het comite was. (hoewel niet voorzien van een naam is het handschrift door RJC herkend). c. Eerste opzet van de lijst die aan Monnickendam is overhandigd (zie nr 129 voor de hele lijst). Afkomstig uit het archief van Houthakker (dec 1998) Tijdgenoten Houthakker.
0528 -  
1934
Huldeblijk Martin Monnickendam 1934. a. enkele adressen van vrienden van Monnickendam in het handschrift van mevrouw M. b. Brief van Kunsthandel Goudstikker van 16 Februari 1934 waar deze aangeeft fl 10,-- te hebben overgemaakt c. Brief van H.E. Ten Cate uit Almelo van 13 Februari 1934 met een overboeking van fl 10,-- d. Briefkaart van E. de Ranitz van 11 februari 1934 waarin hij verzoekt om een circulaire te sturen naar Joh. G. Wertheim beeldhouwer 20 Konninginneweg, die een bijdrage wil geven. e. vistiekaartje van J. Blauwkuip Directrice van de 2e Openbare Huishoudschool met aantekening: fonds M Monnickendam f. Kaartje namens het comite dat dankzij de bijdragen het gestelde doel mogelijk is gemaakt en dat de afrekening ter inzage ligt op het Rokin 98. getekend G. de Vries, Penningmeester. g. diverse kladjes met aantekeningen van ontvangen bedragen h. De afrekening zelve op notapapier van Bernard Houthakker. Er bleek Fl 850,-- beschikbaar te zijn voor Monnickendam. Tijdgenoten Houthakker Kunsthandel. Afkomstig uit het archief van Houthakker (dec 1998).
0529 -  
1916
Menukaart ter ere van mevrouw G. Houthakker - Voorzanger bij haar 70ste verjaardag. (bevestiging door Lodewijk Houthakker dec 1998) Menu: Consomme - Croquettes - Viande Assortie - Gateau Viennois - Fruits. Op voorkant portret van mevrouw Houtakker met 1846 - 8 maart - 1916. 16 - 04 -P. Houthakker.
0530 -  
0
Kopie van de brief welke mevrouw Monnickendam stuurde tezamen met een ets (Moret sur Loing) aan haar tandarts, de heer Fenger die vlakbij op de Stadhouderskade woonde en praktijk hield: Staddhouderskade 114. 'Geachte mevrouw, Moret sur Loing ligt op de lijn Parijs -Marseille - niet ver van Parijs, mijn man wandelde er heen met Piet Dupont op weg naar de Fransche schilderkolnie waar Millet werkte, Barbison. Ik ben blij dat U 't mooi vindt. Het gebit van mijn man blijft goed, ik hoor geen klagen gelukkig! Met nogmaals dank U A. Monnickendam' Was dit een betaling in natura? Of gewoon aardigheid? Parijs - Millet nazoeken.
0531 -  
1943
Brief van Prof Dr Herman Bouman van 13 mei 1943 aan mevrouw Monnickendam inzake de verkoop van het schilderij 'Optocht der Professoren' 32 - 04 - Amst. Hij geeft de suggestie om het te koop aan te bieden aan het tNederlandsch Tijdschrift voor geneeskunde. Het idee gaat van hem uit: '...Het is mij er om te doen te zorgen dat dit schilderij goed geplaatst wordt en dat men den schilder daarbij zal eeren. Het genoemde tijdschrift is een groot lichaam en in die kringen zal het werk een waardige plaats krijgen.' b. Brief aan mevrouw Monnickendam van het Nederlandsch Tijdschrift voor Geneeskunde van 25 mei 1943 waarin men de aankoop bevestigt voor een bedrag van fl 1250,--. Tijdgenoten Prijzen.
0532 -  
1976
Jaarverslag Gemeentelijk Museum Het Princessehof Leeuwarden 1976. In bijlage 1wordt verwezen naar de schenking van de dochters Monnickendam van een map met tekeningen en transferontwerpen en -drukken van hun grootvader Adolphe Mouzin. Adolphe Mouzin, die als ontwerper en graveur werkzaam was bij de Societe Ceramique te Maastricht en (waarschijnlijk) en bij de fabriek van Villerou et Boch te Septfontaines in Luxemburg en de Faienceries de Longwy in de Franse Ardennen, zoon van een geslacht dat in de ontwikkeling van de wijd vertakte firma Villeroy et Boch,, werkzaam in Luxemburg, Duitsland, Frankrijk en Belgie, een buitengewoon grote rol heeft gespeeeld, speciaal op het gebied van de transfer-decoratie. Hij werd geboren in 1830 in Mettlach, waar ook thans de Keramische Werke Villery und Boch zijn gevestigd. Zijn vader, Henri (1803 - 1890) en zijn oom Jean-Pierre (1800 - 1862) hadden beiden ten behoeve van Villeroy et Boch, in Parijs een opleiding tot kopergraveur ontvangen. De laatste werkte in verschillende fabrieken van de genoemde firma tot 1851, toen hij voor zichzelf begon: Henry bleef Villeroy et Boch trouw en werkte in ieder geval in 1860 als graveur in de vestiging te La Louviere, Henegouwen. Adolphe woonde in 1870, bij het begin van de Frans-Duitse oorlog, in Rollingergrund bij Luxemburg. Vandaar week hij in 1870 uit naar Wijk bij Maastricht, waar hij voor de Societe Ceramique belangrijke, nog steeds herkenbare transfer-ontwerpen - mozaike lampetstellen, stedebordjes - vervaardigde. een raadsel is, waarom Adolphe in 1880 op z’n eentje van Wijk naar Longwy, Franse Ardennen is verhuisd. waarschijnlijk was daar werk. Maar Mouzin betreurt het, in een even naieve als ontroerende brief van augustus 1880 uit Longwy, dat hij van zijn familie, vrouw en vijf kinderen gescheiden is. Wanneer en waar Adolphe overleed is niet bekend. Hij had vijf kinderen, een zoon die niet deugen wou, en vier dochters, van wie de oudste de moeder is van de dochters Monnickendam. Transfers zijn van kopergravures gedrukte plakplaatjes, die op of onder het glazuur van ceramiek worden gebakken. Mevrouw Monnickendam.
0533 -  
1946
Catalogus van de verzameling van Bernard Houthakker, Rijksprentenkabinet - Amsterdam. Zonder datum ( ws 1964). In het voorwoord van de hand van Hans Redeker wordt Houthakker beschreven en zijn vriendschap met Monnickendam. 'Wat Monnickendam betreft: men heeft hem in toenemende mate slordigheid, banaliteit en journalistieke oppervlakkigheid verweten, maar in huize Houthakker hingen en hangen nog steeds enkele schilderijen - Het Concertgebouw onder Evert Cornelis en een prachtig portret van de vader van Bernard Houthakker - die op gave wijze van zijn talent getuigen.' Beschrijving Houthakker: 'Hij was van lichaaamslengte ver onder de maat maar compenseerde wat hij aan postuur te weinig had meegekregen ruimschoots door een kostelijke opbruisende felheid en de spontane, oversaagde aanvalslust van een kleine kemphaan. Het maakte hem samen met zijn scherpe geest en tong, die zelden verzweeg wat hem op het hart lag, bij vriend en vijand tot een figuur, waarmee men terdege rekening moest houden. Zijn vrienden wisten hoe zich daarachter een warm en gevoelig hart, een eerlijk mens en een vurig bezetene van schoonheid verborg. Maar ook de vijanden, die hij zich zonder twijfel en welbewust maakte, hebben nooit hun respect voor zijn vele kwaliteiten, ook als organisator en strijder voor het aanzien van zijn vak, kunnen loochenen.' Houthakker.
0534 -  
1976
Mededelingen van het Archief van de familie- vereeniging Vriesendorp 1e jrg 1976 met kopie brief van de kleinzoon van de door Monnickendam geschilderde J.J. Vriesendorp (20 - 25 - P).
0535 -  
1980
Gedenkboekje van Otto Pfeiffer (1882 - 1982) uitgave van Galerie d’Eglantier te Amsterdam, 1980 van Louis Rebecke. Pagina 13: 'In deze periode waren er ook intensieve contacten met Nederland. Pfeiffer was goed bevriend met de schilder Martin Monnickendam en in de jaren 1937 en 1938 woonde hij zelfs in Amsterdam.'
0536 -  
1907
Kritiek uit 'De Nederlandsche Spectator weekblad voor letteren. kunst en wetenschap van 27 april 1907 mbt de Arti tentoonstelling (april-mei 1907): 'Tot een andere, meer intellektueele groep van schilders zou ik Jurres, Monnickendam en mej. Ansingh willen rekenen. Maar hun werk, is van een voordracht die niet altijd spiritueel te noemen is. Daar heeft men Jurres.....Doch het is de vraag of naturen als hij en Monnickendam daarvan het rechte profijt zouden weten te trekken. De laatste is ongetwijfeld technisch geraffineerder, hoewel hij over minder romantisch pahos beschikt. Er is iets van een strakke, gesloten, marmerachtige kilheid in deze mooi geempateerde en toch niet levend vloeiende, in deze beheerscht sensueele en weerom niet spiritueele voordracht. De Salome van Oscar Wilde was een levender gestalte dan deze. Monnickendam’s Salome is van een conventioneeler natuur: ze is ingetogen romantisch, zonder geheel levend te zijn. Ze is historisch, maar niet van elken tijd. Ziedaar de fout. Ware romantiek zoekt zich boven deze eenzijdigheid te verheffen door contact te zoeken met de realiteit van het heden. Deze kleurenpracht suggereert slechts verstorven praal en niet den levenden nijpenden adem van een demonische vrouwennatuur. De opzet is kras, origineel, maar de uitvoering zonder organisch leven. We kunnen....'
0537 -  
1910
Kritiek uit 'Onze Kunst XVII 9e jaargang 1e halfjaar 1910 pagina 177 ev. nalv tentoonstelling bij Kleykamp ( februari - maart 1910): ' Martin Monnickendam in de Kunstzaal, Kleykamp. Het is een toe te juigen feit dat velen onzer jonge, aankomende schilders niet bij honk blijven, maar ter voltooiing hunner studien een tijd naar het buitenland trekken. Een voordeel, omdat daardoor hun gezichtskring verruimd wordt, het provincialisme der kunst verdwijnt, en de jonge schilder ook eens leert zweren bij andere goden dan die uit zijn eigen land. Wel is na de terugkeer de ontdekking van eene eigen richting moeilijker, dan bij de thuisblijvers, die niet verontrust werden door andere indrukken, maar eenmaal hun weg gevonden zullen zij die ook met meer overtuiging bewandelen. Zij toch hebben verschillende opvattingen gezien, vele meeningen gehoord en bestudeerd, en vonden na een dergelijk onderzoek eindelijk zichzelf. Dat er echter ook velen stranden op de klippen der veelvuldigheid, die niet krachtig genoeg waren voor zooveel indrukken staat tegenover diegenen die in hunnen kleinen kring tot sleur gedoemd werden, en uit geringe overtuiging steeds meer en meer tot een lager niveau afdaalden. Monnickendam is in Frankrijk geweest. Niet alleen is dit aan zijne sujetten te zien, de onderwerpen ontleend aan Parijs, maar hoofdzakelijk aan de invloeden daar ondergaan. Zijne doeken uit die tijd hebben de kleurvastheid van den realist Courbet, hebben het naast elkaar zettten der tonen als de vakken in een cloisonne. Daardoor ontstaat een decoratief effect, dat veel aan goudleer en soms aan goudlak doet denken temeer daar de pate ook vettig en dik is, en ophoogsels heeft. Soms ook lijkt de verf met vernis aangemengd en krijgt een glazuurachtig aspect als van faience, vooral in de interieurs. Maar de atmospheer ontbreekt, reden waarom de doeken op een afstand gezien wegvallen, en er slechts eene decoratieve kleurwerking overblijft. Als tekenaar heeft hij breede allures, pakt forsch aan, in zijn schouwburgen en verkoopingen, waarin dan ook wel zijn grootste kracht ligt. Weinigen zullen er onder de jongeren zijn die zulk een stof durven entameeren. En waar de lust naar zulke zwaar op te lossen moeilijkheden gaat, daar moet ook de kracht niet ontbreken. En deze bezit de schilder Monnickendam in groote mate, al gebeurt het dikwijls dat hij deze te boven gaat en forceert. Praal is zijn lust en kracht zijn karakter. Fonkelen en schitteren het doel van zijn werk, overweldigen de intentie, door groote dimensies of zware kleur. Geen fijnheid of teerheid, maar kloekheid en kracht. Een karakter onder de jongeren die geen concessies doet aan de Hollandsche kunst, maar zich sterk genoeg voelt een eigen weg te gaan.' Auteur onbekend: Conrad Kickert? Kleykamp. Kunsthandel.
0538 -  
1907
Kritiek 'Onze Kunst XI 1907 6e jaargang 1e halfjaar pag 274 ev. nalv tentoonstelling in Arti (Arti april - mei 1907): '...Monnickendam gaf zoowel in Lucas als in Arti bewijzen, dat zijn kleurrijkheid te zwaar opgeladen en zijn doortastende schilderwijze te bruut van beweging is. Er konden nu nog wel verschillende werken als het betere deel van deze tentoonstelling genoemd worden, maar de onderscheidenheid van gehalte of de verhoudingen in de te waardeeren verdiensten, zijn te subtiel om ze afzonderlijk aan te duiden.' Auteur: W.S.
0539 -  
1909
*540. Kritiek 'Onze Kunst Xv 1909 8e jaargang 1e halfjaar pag 132 ev. nalv tentoonstelling in Arti (Arti januari - februari 1909): ' ... Toorop buiten beschouwing latend, daar zijn aanstaande groote tentoonsteklling ons wederom verplicchten zal zijn aard na te speuren, blijft voor de eigenlijke beschouwing alleen Monnickendam over......Martin Monnickendam moest meer gewaardeerd worden. Zijn apart werk, sterk, levend, met pracht-techniek, is te solied, om niet het toekomende succes eindelijk te krijgen. Een mij onbekend doek is Het Amphitheater : tegen het kijkend publiek in gezien de figuren onder het kunstlicht. Een suppoost in blauw en goud is wellicht nog wat te afzonderlijk in 't geheel, de compositie lijdt ook daardoor dat een roode kop links hindert door te veel lichtkleur, de compositie trouwens over 't algemeen van zulke zittende menschengroepen is een zeer zwaar probleem. Maar bovenal is bij Monnickendam een uiterst prachtige verfpate te bewonderen, een dikke prachtkleurige verflaag waarin al de tonen robuust, volzwaar, stoer, gezond naast elkander staan verwerkt tot een glanzend gladde massa. Zijn al daardoor zijn schaduwen dik en log, waar de donkere partijen dunner schilderen dan het sterke licht mij fijner lijkt, en wordt al daardoor zijn plastische, sterk karakteriseerende vormgeving wat zwaar in zijn licht en donker verdeeling, toch wint zoo’n tableau van hem het van onze tegenwerpingen, door de zeer knappe teekening mede, die, met sterke neiging tot chargeerend typeeren rijke figuur- en karakterstudies levert. Als we de afzonderlijke koppen bestudeeren dan treft vooral een buitengewone opvatting van menschen nemen. Het zijn meer typen dan karakters, niet het diepste wat achter menschgelaten ontroerd wordt, trilt aan de oppervlakten, voor een kop van Rembrandt, hou-je je hart vast, voor een van Monnickendam sta-je, respecteerend de breede typeering..'
0540 -  
1916
*541. Kritiek uit 'De Jonge Man ' december 1916 pagina 159 ev met afbeelding, auteur v.D. nalv de tentoonstelling bij Houthakker (1916): '... En - van de wanden der twee haast huiselijkgezellige vertrekken, waarin de kunsthandelaar Houthakker de pastels van Monnickendam heeft opgehangen, straalt mij een fleurig leven toe, een feest van heldere kleuren, van zonnig geel en warm-rood en malsch-groen. Niet verdwijnend Amsterdam zie ik, maar mooi oud- Amsterdam, als op een zomersch-lichten herftsdag, -’n diepblauwe hemel...' De taal is lovend. Houthakker 1916. Kritieken.
0541 -  
1918
*542. a. Kritiek uit het Algemeen Handelsblad van 21 october 1918 nlav tentoonstelling bij Kleykamp (sept-ockt 1918), auteur onbekend: '...Het komt ons voor, dat we van Monnickendam wel eens een betere tentoonstelling hebben gezien. Zeker, zijn origineel coloriet, statieus en deftig rijk als oud Hollandsche gewaden, was ook hier te bewonderen.... De opvatting van de onderwerpen scheen hier eene hoofdzakelijk anecdotische en in zooverre waren de gekleurde teekeningetjes van stadsgezichten het interessants.' b. Kritiek uit de Nieuwe Rotterdamsche Courant van15 october 1918 nalv dezelfde tentoonstellin, auteur onbekend: 'Men schrijft ons uit Den Haag:.....Zelfs heeft hij van Den Haag eenige der allerbeste pastelteekeningen gemaakt.....Monnickendam is van den beginne van zijn schildersloopbaan af, iemand geweest, die, weinig ontleenend aan de buitenwereld, vooral uit zichzelf putte. In al die stadsbeelden uit Amsterdam, 's Gravenhage en Rotterdam geeft hij niet anders dan zijn eigen hang naar kleur weer, zijn eigen behoeft aan vroolijkheid, een blijde levensopvatting. Strookt nu dit algemeen opgewekte met de onderwerpen, die hij wil weergeven dan krijgen we als uitkomst zulk een rechtuit fleurige pastelteekening als die der Koninklijke Bibliotheek in de Lange Voorhout........Monnickendam’s kleuren zijn op zichzelf, roepen geen gevoelens op, schijnen uitingen van een kunstenaar die sentiment missend, toch niet ontvankelijk behoeft te zijn voor een groot menschelijk gevoel. Dit, juist dit, mist men in dezen schilder. Mocht hij eens op het portret geinspireerd worden, er zou schoons van van Monnickendam te verwachten zijn.'
0542 -