Jaar | Beschrijving | Map nummer |
Document.nr. en toevoeging |
1916 | *437. a. Uitnodiging voor het bezichtigen van 'eene verzameling pastelteekeningen van Martin Monnickendam, Amsterdamsche Stadsgezichten' van Bernard Houthakker in zijn pand aan de Nieuwezijds Voorburgwal 332 bij het Spui. December 1916. Op de voorkant een afbeelding van Het bruggetje naar het Prinseneiland' 16 - 16 - AMST.b. Catalogus van de tentoonstelling van december 1918 met dezelfde afbeelding als op de uitnodiging.c. Voor kritieken wordt verwezen naar nummer 147, waarin voorkomt:- Balbian Verster, J.F.L. de, Amstelodamum, 1 december 1916 ' ...Hij verloochent ook hier zijn levendig coloriet niet. Deze teekeningen dragen in hun sterke visie het zeer persoonlijk cachet van den kunstenaar, maar daarbij zijn ze topografisch toch betrouwbaar en zuiver. Het is Amsterdam gezien door den bril, neen , door het temperament van Monnickendam. '- Kouwenaar, D, Nieuwe Rotterdamsche Courant 4 december 1916 ' ... De teekeningen zijn gedaan op de aan Monnickendam eigene, vlotte en levendige wijze, in helderder, fellere kleuren dan waarin men gewoon is Amsterdam te zien en af te beelden. Maar het is natturlijk het recht van den kunstenaar de dingen te zien door zijn eigen bril, a travers de son temperament. En karakteristiek is het werk zeker.'- Algemeen Handelsblad 7 december 1916- Broeke, L. van de, De Tijd 9 december 1916- Loon, van, De Standaard 12 december 1916- Kouwenaar, D, Oprechte Haarlemsche Courant 9 december 1916- Boeken, NRC 7 december 1916- Bruggen, C.J.A. van, Utrechtsch Dagblad 10 december 1916- Hemmus, Mr M.F., Amsterdamsch Weekblad voor Nederland 16 december 1916- Dijk, G. van, De Jonge Man, december 1916- Feith, Jan, de Haagsche Post 16 december 1916- Bouwwereld 20 december 1916- Algemeen handelsblad 5 januari 1917- Canter, Bernard, Holland Expredss 31 januari 1917- Rossing, J.H. Nieuws van de Dag voor Nederlandsch Indie 21 januari 1917 | 0 | 437 - 7 |
1916 | *438. Originele krantenknipsels naar aanleiding van de tentoonstelling bij Houthakker in 1916 :- Klerk - Viola, M. de (M.V.) , Algemeen Handelsblad 4 december 1916 ' In de twee kleine, met oude meubeltjes genoegelijk aangekleede vertrekjes, waarin Bernard Houthakker oude kunst verkoopt, wacht den bezoeker thans de verrassing van een collectie moderne pastels: afbeeldingen van verdwijnend of tot verdwijnen opgeschreven Amsterdam. Vol leven, vol rijke, pittige bewegelijkheid vertoont zich op de teekeningen van Martin Monnickendam dit te - doode - veroordeelde stadschoon: 't lijkt of de kunstenaar, in de gouden zon van den scheidenden zomer, het afscheid van Amsterdams schilderachtigst verleden tot een feest heeft willen maken van fonkelkleur en bloeiend licht, door geen schijn van weemoed te dooden. ...Ook hier ziet Monnickendam enkel vroolijk schoon: een ouderdom, fijn bestrooid met sprankelende loovers. Al de gemoedelijkheid van het vertrouwelijk-ingewoonde, maar dan gezien met de blije liefde van een sterk en heelemaal niet mijmerzinnig temparement, heeft Monnickendam in deze mooie serie pastels gelegd . En waar hij een enkele nkeer het nieuwere, het blijvende teekende, zooals in een gezicht op het Damrak, het Frederiksplein, een papegaaienlaan in Artis,- daar gaf hij groot steedsch Amsterdam: de mondaine drukte van voetgangers en trams langs de gladde asfaltbaan: het moderne plein: open hoekje licht-doorwaaide tuinstad te midden der oude, gesloten huizenmassa’s: tijkdom van den verren Oost in veerenweelde van schoone, exotische vogels.... Monnickendam’s verdwijnend Amsterdam is niet de stad van Breitner, Witsen, Karsen, Jac. van Looy: maar wie in hun dieper, weemoediger licht haar schoonheid loofden zullen ook dit blijde, forsche en soms fijne kleurenspel aanvaarden, dat haar oude verschijning jong en zonnig maakt. '- Veth, Cornelis, Nieuws van de Dag 7 december 1916 '... Het werk dat Monnickendam hier levert, is knap en toont een teekenvaardigheid en een kundigheid in het karakteriseeren der vormen en het afbeelden van de verhoudingen, volkomen gelijkwaardig aan die der oude graveurs en teekenaars, wier stadsgezichten wij nu nog reaadplegen, zooals hij eens geraadpleegd zal worden. Wat intusschen den localen toon betreft, ' t door kleur en toonverhouding aangeven van de stemming , die oud - Amsterdam oproept, voor zijn persoonlijk gevoel is deze een andere. Dat komt wel vooral door de kleur die bij Monnickendam altijd bont en druk is, terwijl de rooden op een lang niet altijd verantwoorde wijze predomineeren. Toch, als gezegd, de serie teekeningen stemt tot waardeering van des schilders streven. '- Greshoff, J, De Telegraaf 7 december 1916 '...Monnickendam is een werkelijk onovertroffen reporter. En zijn werk is frissche, vroolijke journalistiek. Hij heeft een zwerftocht door Amsterdam gemaakt en bracht een vijftig teekeningen mee naar huis, alle even habiel, even gezond en spontaan. Men moet bij Monnickendam niet aankomen om grijze oude-gracht-stemmingen, om dramatisch verval, om een sombere stadsatmosfeer. Hij ziet overal en altijd het leven, het fel bewegen en het schieten van kleuren. Hij teekent het moderne Amsterdam, het tuchtelkoos stuwen van modern bedrijf door de smalle straten. En dat doet hij met een optimisme en een vaardigheid, die ons verbazen en bekoren. Hij weet de fijnste karakteristiekjes, de geestigste groepeeringen te vinden. Hij boeit ons telkens met een speelsche lijn, met een fonkelend en uitdagend kleurtje. Een van de prettigste teekeningen op deze expositie vind ik no. 37 'De Vijzelstraat, gezien van de Heerengracht'. Ook zijn Damrak is een wemeling van heen en weer gaan en haastigheid. En als men zich Monnickendam’s gladde en koude peinture uit den laatsten tijd herinnert, dan moet men wel gelooven, dat hij voor dit vlugge en vluchtige werk het best aangelegd is. Reeds zijn teekeningen in de Groene van het Kunstenaarscongres deden dit vermoeden. En de tentoonstelling bij Houthakker bevestigt ons in deze mening. Monnickendam is ons het sympathiekst in zijn vlotte reportage-werk. -rf.' | 0 | 438 - |
1916 | *439. Originele krantenknipsels naar aanleiding van de tentoonstelling bij Houthakker in 1916 :De Amsterdammer, Weekblad voor Nederland van december 1916:'Indien de heer Houthakker den stoot heeft gegeven tot het vervaardigen van deze teekeningen dan deed hij daarmee in tweeerlei opzicht een goed werk. Want hij hielp het aspect bewaren van verscheidene stadsgedeelten die op het punt zijn voorgoed te verdwijnen en hij zette een kunstenaar aan 't werk die sommige gaven en eigenschappen voor 't vervullen dezer opdracht bij uitstek bezit. Men kan de herinnering aan Breitner en Witsen bij het beschouwen dezer schetsen veilig laten rusten. Het is eerder een verdienste ervan dat eene vergelijking zich zoo weinig opdringt. Hier is toch topografie, maar een topografie in modernen zin.-Niet alleen gevels, bruggen, poorten, pleinen heeft Monnickendam willen geven, maar ook iets van het stadsleven daar omheen, van het jachten van onzen tijd, van de atmospheer van ons Amsterdam. Dat laatste, de drukte en beweginng, het woelen en dringen, de onrust van nu om de rustige en deftige, door den tijd vermooide, hun eigen leven levende monumenten van toen, was een kolfje naar Monnickendams hand. Hij heeft het opgeschreven met rappe, nerveus bewogen stift en zich met voorliefde vermijd in den warrel van menschjes- die hij heel vlot en raak en bewegelijk kan neerzetten - en voertuigen en trams. En het is karakteristiek voor dezen kleurigste onzer schilders dat hij even moest afzakken naar Artis om er den papegaaienlaan op te nemen en stil te staan bij de marmotjes, waarvan hij een zijner phantasievolste schetjes maakte..... En verder:Verbluffend is dan ook niet allen het gemak, de 'knapheid' die uit sommige dezer schetsen spreekt maar ook het zuiver en snel werkend gevoel voor toon en kleur en evenwicht. het mooiste voorbeeld is daarvan de schets van het Prinseneiland met de brug naar de Nieuwe Teertuinen. een brok oud-Amsterdam bijna zonder stoffeering, kleurig als een Monnickendam, maar toch volmaakt evenwichtig, fonkelend maar toch bescheiden, bont maar voornaam. Wie zoo iets neerzet in enkele uren - men mag ook letten op den strakken zwier der overhangende twijgen links in den hoek - heeft heel wat begaafdheid in zich en heel wat arbeids achter den rug. en het is opmerkelijk hoe weinig deze teekening daarbij de sporen draagt van overhaasting. Zij is overtuigend en volledig...En verder: Naar den eigen aard, druk en bout en bont, maar met groote vlotheid en dikwijls fijnen kleurenzin en nimmer duf of banaal, heeft hij zijn kijk op Amsterdam voor ons bewaard.'Afgebeeld zijn : ' De Synagoge in de Uilenburgerstraat' 16 - 82 - AMST en 'Het sloopen van huizen in de Raamskooi, gezien van de Martelaarsgracht' 16 - 81 - AMST.Kritieken. | 0 | 439 - |
1946 | 440. Phoenix Maandschrift voor Beeldende Kunst Jaargang 1 nummer 5 , 1946. Artikel van Jans Blauwkuip, pagina 13 e.v. met illustraties. Aardige herinneringen, waar af en toe Monnickendam aan het woord komt. Jans Blauwkuip heeft jaren bij de familie Monnickendam ingewoond. Dus haar herinneringen zijn zeker de moeite waard! Enkele citaten:'Ja,' zei hij,'voor alles voel ik me portretschilder. het portret is het belangrijkste in de schilderkunst, omdat de mensch nu eenmaal het belangrijkste is. Ik kan soms ademloos kijken naar een menschengezicht. Wat je daar ziet, is niet altijd even mooi, maar och zoo interessant. Het is zoo veranderlijk en zonder dat je 't vraagt keert iemand zichzelf binnenste buiten. Boccacio en Rabelais hebben dat op dezelfde manier gezien, alleen hebben zij er verhaaltjes van gemaakt en ik prentjes, dat is het heele verschil.' Zij vertelt verder over zijn tochten naar de markt op Uilenburg waar hij altijd iets vandaan haalde en vervolgens opknapte en verder:'Wij herinneren ons de avonden in zijn gezellige huiskamer, als er, na een groote reis, een pak gekleurde teekeningen voor den dag kwam. De ezel werd naderbij getrokken, de pijp ging in de brand en dan werd de eene teekening na de andere vertoond. De bereisde schilder gaf daarbij toelichtingen van een zoo persoonlijke aard, dat ze ons wel moesten bijblijven. wie wilde, kon veel van hem leeren. Hij las veel en wist daardoor veel. De duizend en een nacht, in de vertaling van Mardrus, was een van zijn lievelingsboeken. Voor vrienden en kennissen schreef hij wel eens zoo’n erhaal uit in zijn groot, mooi handschrift, maar dat was een heele eer. Hij had pakken teekeningen, die als voorstudies voor zijn groote schilderijen dienden. Na een verblijf van twee maanden in Italie bracht hij een geweldige hoeveeelheid teekeningen mee. Hij kreeg overal toegang. Als hed zijn werk betrof, kreeg hij alles gedaan. het gebeurde wel, dat men hem op straat en stoel bracht en van koffie voorzag. Vooral in de arme wijken vond hij veel sympathiseerende belangstelling. Als hij geteekend had en moe zijn hotelkamer bereikte, rustte hij uit door een collectie Italiaansche meesters na te teekenen uit boekjes met soms zeer kleine reproducties.'Vervolgens volt nog een korte levensbeschrijving met vermelding van enkele van zijn onderscheidingen. | 0 | 440 - |
1925 | *441.TENTOONSTELLINGEN IN AMERIKAPittsburgh, Carnegie Institute, 24th International Exhibition of Paintings, 1925.The Philadelphia Inquirer, Sunday Morning, January 3 , 1926 ' ...There is a somewhat snappy and spicy implication to Jacob Dooyewaard’s social theme ' The Interval :' merely two recently vacated chairs in a restaurant, but one may readily turn from this to the stricter Gothic morality of Martin Monnickendam ' s ' Market Place, Goslar,' brilliant with glowing architecture and busy peasant life. Jan Sluyter’s ' Reclining Nude ' is one of those things artists rave about, marvelous torso, limbs etc., yet is there little that is really beautiful about..' Het betreft 25 ? | 0 | 441 - |
1928 | *442.Pittsburgh, Carnegie Institute, 27th International Exhibition of Paintings,1928.a. Carnegie Magazine, October 1928 Number 5Geen beschrijving maar wel aan afbeelding van de Funeral. Het betreft 25-4-Syn.b. The American Magazine of Art, December 1928, Vol. 19 No. 12. Pagina 647: '... Martin Monnickendam and Jan Sluyters represent Holland with distinction and freedom. ' | 0 | 442 - |
1928 | *443. Pittsburgh, Carnegie Institute, 27th International Exhibition of Paintings,1928.Pittsburgh Sun Telegraph, Sunday October 21, 1928.Afbeelding van de ' Funeral ' met als onderschrift: ' By Martin Monnickendam. This painting in the Carnegie Institute International Exhibition is by the leading Dutch painter, who has a colorful and realistic style. 'Een schilderij van Jan Sluyters wordt ook afgebeeld met als onderschrift : ' He is modern without overplaying the modernistic trend and his work is colorful and decorative...' | 0 | 443 - |
1928 | *444. Pittsburgh, Carnegie Institute, 27th International Exhibition of Paintings,1928.The Arts,Volume XIV, Number 5, November 1928Aleen een afbeelding van de 'Funeral' op pagina 260. | 0 | 444 - |
1928 | *445. Pittsburgh, Carnegie Institute, 27th International Exhibition of Paintings,1928.The Arts, Volume XIV, Number 6 , December 1928 Pagina 313: '...Curiously enough Holland also has sent to this exhibition only two painters. There is a seated nude by Jan Sluyters and the Funeral by Martin Monnickendam: both canvases of worth. These artists have native juice. Particulary is this true of the awkwardly original Monnickendam whose Funeral is painted with refreshing concentration on the subject and disregard for manneristic lollipops.' | 0 | 445 - |
1928 | *446. Pittsburgh, Carnegie Institute, 27th International Exhibition of Paintings,1928.Scribner’ s Magazine, vol LXXXV, number 1, January, 1929. '...Martin Monnickendam and Jan Sluyters , exhibiting for Holland, commanded respect for their technical adroitness and for a certain Dutch simplicity...' | 0 | 446 - |
1940 | *447. Artikel van J.H. De Bois in het Haarlems Dagblad van 9 oktober 1940, waarin hij de veiling van de verzameling Jacques Goustikkerbeschrijft: 38 werken van Sluyters, 30 van Jan van Herwijnen en zeven omvangrijke werken van Martin Monnickendam.'...Sluyters verdraagt het in deze Goudstikker-collectie moeilijk en van Herwijnen nog minder, hoewel toch van beide dingen aanwezig zijn, die, afzonderlijk gezien, de aandacht waard zijn. Het bekende jongeteje met speelgoed van Sluyters, een aantal stillevens met bloemen en een vrouwsportret (129) van denzelfde kunnen ons wer eerbied afdwingen voor de capaciteit van den schilder, doch tot een genegenheid voor het oeuvre brengen ze ons niet. Met zijn zeven doeken heeft Monnickendam het pleit misschien eer gewonnen, ook bij hen die hem te uitbundig in kleur en in compositie plegen te vinden. Want juist doordat deze doeken al eenige tientallen jaren oud zijn, heeft de verflaag zich prachtig gezet: bewijs dat de schilder precies wist wat hij deed als het zoo zwaar empateerde ( in dikke verflagen schilderde) of met het paletmes werkte. Een mooi voorbeeld hiervan is de schilderij die hierbij gereproduceerd wordt en 'De Brief' heet. Ze is gedateerd 1905 en dus al dertig jaar geleden geschilderd. Nu is het aardige van den Tijd, niet alleen dat hij de eerlijkste criticus is, maar dat door hem het werk dat technisch-kundig en verantwoord gemaakt werd, niet minder doch eer beter wordt, terwijl het dilettantich impressionisme a la minute dikwijl na eenige jaren zijn frischheid kwijt is en al een verslobberde meid vervaalt en versuft. En met rouge en lippenstift is bij een schilderij nu eenmaal niets aan te vangen. In De Brief is Monnickendam bij uitzondering heel eenvoudig van compositie gebleven: het symetrische in de opstelling van theetafeltje en figuren zou in een ander geval licht vervelend geworden zijn, maar de schilder heeft dat voorkomen door de prachtige - en toch niet luidruchtige tegenstellingen die hij in de kleur aanbracht. Het donkere kleed van de oudere dame breekt de eentonigheid, die een symetrische opstelling vaak geeft en is tegelijk een harmonische tegenhanger voor de fijne parelgrijzen in de rok van het meisje dat den brief voorleest. En hoe machtig mooi blijkt nu na jaren, die rok geschilderd te wezen, met den breeden toets van een Manet, verzadigd van kleur en tegelijk los van ieder begrip verf. Even stil doordacht en rijpend gegroeid is de achtergrond van den tuin, even stellig en zeker staat daar het theetafel-stilleven midden tusschen de figuren en werkt, als kleurensemble gezien, als een logische overgang van donker (links) naar licht (rechts). Men kan er zich indenken dat voor een museum andere doeken van dezen schilder door hun aanvankelijke luidruchtigheid of hun figurenovervloed en overlading, bezwaren ontmoeten. ' Ze slaan soms een wand dood ' is de opmerking die men vaak bij M’s werk hoorde maken. Dit is bij de Brief in geenen deele het geval. Het is mijns inziens een museumstuk en door formaat en door qualiteit. Men kan benieuwd zijn, waar het thans blijft. Ik wil hiermee niet gezegd hebben dat ik de groote figuurstukken die hier hangen de 'Koninginnedag' de 'Voordrachtszaal in de Arts et Metiers in Parijs', het portret van Louis de Vries e.a. minder waardeer. Ik houd van Monnickendam’s werk al tientallen jaren, al van zijn komst van de Akademie af en slik zijn uitbundigheden er gaarne bij op den koop toe. Hoe velen ( of weinigen liever ) zijn er onder zijn tijdgenoten, die kunnen, wat hij presteert? J.H. De Bois.'Het betreft hier de Brief (tevens afgebeeld) : 05 - 06 - DIV.Kritieken.Kunsthandel-Goustikker-De Bois. | 0 | 447 - |
1918 | Uitnodiging van Bernard Houthakker voor de tentoonstelling van 'pastelteekeningen van Martin Monnickendam Amsterdamsche Stadsgezichten' in Arti van 1 tot 17 februari 1918. | 0 | 448 - 1 |
1918 | Voorblad catalogus 1918. van de tentoonstelling van 'pastelteekeningen van Martin Monnickendam Amsterdamsche Stadsgezichten' in Arti van 1 tot 17 februari 1918. Bernard Houthakker | 0 | 448 - 2 |
1918 | Bernard Houthakker in Arti et Amicitiae - Amsterdamsche StadsgezichtenKrantenknipsels n.a.v. deze tentoonstelling ( zie No 147):- Klerk-Viola, M. de, Algemeen Handelsblad 5 februari 1918 ' ..Monnickendams werk heeft niets van de fleurige opgewektheid , de rappe levendigheid verloren.....Uitnemend is de vlotte karakteristiek der figuren in deze teekeningen: zo’n beetje goedig spottend, waar het pas geeft....wat die jaren van voortvarende arbeid hem hebben bijgebracht? Een vrijer, zelfstandiger voordracht, die, zoo ze al niet enkel winst beteekent, den kunstenaar niettemin recht geeft op een eigen eervolle plaats onder de ernstige werkers van deze tijd. ' | 0 | 448 - 3 |
1918 | Bernard Houthakker in Arti et Amicitiae - Amsterdamsche StadsgezichtenKrantenknipsels n.a.v. deze tentoonstelling ( zie No 147):- Loon, van, Standaard 7 februari 1918 ' ...Het doet Amsterdam levendig voor het oog, anders dan wij het gewoon zien, de oudekleurlooze huizen zijn verhelderd, blikkeren in fel licht en helle kleurenpracht, die aan overmoed grenst en aan kleurverblinding doet denken. Wie ziet rood in boomen, in water, in de lucht ? Eveneens geeft het geheel een tinteling van leven, al is de kleurenweelde wat heel sterk.' | 0 | 448 - 4 |
1918 | Bernard Houthakker in Arti et Amicitiae - Amsterdamsche StadsgezichtenKrantenknipsels n.a.v. deze tentoonstelling ( zie No 147):- Veth, C., Nieuws van de Dag 6 februari 1918 '...Zoals ze daar hangt is deze collectie een opmerkelijke prestatie, getuigend, behalve van dien eigen, wat buitennissigen kijk die ik besprak, van grote opgewektheid, respectabel compositievermogen en een niet te gering te schatten techniek..' | 0 | 448 - 5 |
1918 | Bernard Houthakker in Arti et Amicitiae - Amsterdamsche StadsgezichtenKrantenknipsels n.a.v. deze tentoonstelling ( zie No 147):- Kramer, W.A., Propia Cures 9 februari 1918 '... Levend en van geweldige fantasie zijn al deze instanteneetjes, tintelend van warme kleur....Een schilder, een colorist, een der uitverkorenen temidden van de talloze redeneerende beeldende kunstenaars of kunstige uitbeelders, die men alleen waarderen kan met een filosofische handleiding- of vaak dan nog niet . ...en twee schilderijen, voorstellende den schilder met zijn zuster- 'n doek ,ongeveer twintig jaar geleden geschilderd- en 's schilders dochterjes. 't Oudste doek, sterk onder Fransche invloed geschilderd, toont reeds een geweldig technisch kunnen en gevoel voor lichtspeling. 't jongste is van en volmaakte knapheid en schilderlust. Het bloemkorfje door het dochterje gedragen, is 'n meesterlijk stilleven op zich zelf.De stadsgezichten, alle schetsen in enkele uren neergeteekend toonen stralende levenslust en levendigheid. 'Besproken worden: 'Zelfportret met zuster' 02 - 01 - P en 'De twee zusjes' 15 - 04 - P. | 0 | 448 - 6 |
1918 | Bernard Houthakker in Arti et Amicitiae - Amsterdamsche StadsgezichtenKrantenknipsels n.a.v. deze tentoonstelling ( zie No 147):- Oven, Ro van, Veilingskroniek 13 februari 1918 '...Hoe rijk aan kleur, hoe blijde en al - overwinnend het eigenlijke coloriet is, dat we wel voelden maar niet konden zien....Maar altijd weer is het de kleur, die den teekenaar dronken maakt van geluk: hij kan ze zoo weinig missen, dat hij ze daar, waar zelfs hij ze niet kan ontdekken opzettelijk aanbrengt.' | 0 | 448 - 7 |
1918 | Bernard Houthakker in Arti et Amicitiae - Amsterdamsche StadsgezichtenKrantenknipsels n.a.v. deze tentoonstelling ( zie No 147):- Meester, mevr de, NRC 13 februari 1918 '...Wie zijn schilderijen kent, zal zich geenszins verwonderen , dat deze kunstenaar , met zijn kleurige vizie op de dingen, met zijn voorliefde voor het felle rood en blauw, ons moeilijk Amsterdam zal geven zoals het is.....Daarom waren zijn vlotte levendige krijtkrabbels ons liever geweest, indien zij in wit en zwart werden uitgevoerd, gelijk de teekening op de uitnoodigingskaart: nu hindert de kleur aldoor. ' | 0 | 448 - 8 |
1918 | Uitnodiging van Bernard Houthakker voor de tentoonstelling van 'pastelteekeningen van Martin Monnickendam Amsterdamsche Stadsgezichten' in Arti van 1 tot 17 februari 1918.- Greshoff, De Telegraaf 15 februari 1918 ' ... Men zou wenschen dat een openbare gemeentelijke verzameling uit deze serie een keuze deed. ' | 0 | 448 - 9 |
1918 | Uitnodiging van Bernard Houthakker voor de tentoonstelling van 'pastelteekeningen van Martin Monnickendam Amsterdamsche Stadsgezichten' in Arti van 1 tot 17 februari 1918.- Plasschaert, A., Amsterdammer 16 februari 1918 ' ... Het stadsgezicht van Monnickendam is vol levendigheid: dit is natturlijk, en was te verwachten. Het is daarenboven als kelur, met een moderne intonatie. Meer kan in dit opzicht niet toegegeven worden. Want de schilder Monnickendam voelt wel, en zeker, de kleur als klinkend ( en dat is de hoofdzaak ) maar hij voelt haar niet als modern ten eerste, als iel en vlietend. `zijn geheele werk in olieverf bestaat om de juyistheid hiervan te bewijzen. Monnickendam ziet zijn waereld meer als een mozaike van forsche intonatie, dan dat hij ze ziet in schrillen toon, in een allerijlst of allerfelst spel van lichten en schaduwen , die nog licht zijn. En ook dat is natuurlijk. Ook Monnickendam is een romanticus en een , die in overdadige kleur vol kostbaarheid zich het gemakkelijkst zou geven. Maar zoo sterk is de drift van het moderne rond hem, dat hij er zich niet geheel aan heeft kunnen onttrekken. Soms, natturlijk, tot baat, tegen verstijving in een procede. Het eenvoudigst is hier het werk dan ook als zoodanig te constateeren. Ge ziet dan opnieuw, dat het niet eigenlijk ' licht ' is - maar er zijn andere verdiensten. Monnickendam maakt gemakkelijk groepeeringen, volten. Hij kan een straat gevenmet de beweging er op, in deze krabbels: hij kan een zaal vol van figuurtjes vlotweg teekenen. Ge bespeurt, dat er karcht in dezen schilder is, meer dan er altijd smaak is ( ook in zijn olieverfwerk vindt ge deze kenteekenen.) En kracht te kunnen constateeren is altijd een genoegen, al gaat ze soms verkeerd, een verkeerd zijpad....Tenslotte, er is in deze stadsgezichten van deze schilder, een eigenaardig ' rood ' ,soms leek het mij toe of dat de ' sterkste ' kleur was in 't geheel: alsof Monnickendam zoo hij al niet de geheele tekening hierop gebouwd heeft, het heele werk, zonder deze kleur genomen, uit elkaar zou zien vallen, zonder verband. ' | 0 | 448 - 10 |
1918 | Uitnodiging van Bernard Houthakker voor de tentoonstelling van 'pastelteekeningen van Martin Monnickendam Amsterdamsche Stadsgezichten' in Arti van 1 tot 17 februari 1918.- Spoor, Cornelis., Stad en Land 9 maart 1918. | 0 | 448 - 11 |
1918 | De tentoonstelling Rotterdamsche Kring: 'Martin Monnickendam Pasteltreekeningen Stadsgezichten tentoongesteld door Bernard Houthakker Kunstkooper - Amsterdam,' mei 1918.- Krantenknipsels ( zie No 147):- Meester - Obreen, Mevr de, NRC 15 mei 1918Minder enthousiast... | 0 | 449 - 1 |
1918 | De tentoonstelling Rotterdamsche Kring: 'Martin Monnickendam Pasteltreekeningen Stadsgezichten tentoongesteld door Bernard Houthakker Kunstkooper - Amsterdam,' mei 1918.- Krantenknipsels ( zie No 147):- Meester - Obreen, Mevr de, NRC 15 mei 1918Minder enthousiast... | 0 | 449 - 2 |
1918 | De tentoonstelling Rotterdamsche Kring: 'Martin Monnickendam Pasteltreekeningen Stadsgezichten tentoongesteld door Bernard Houthakker Kunstkooper - Amsterdam,' mei 1918.- Krantenknipsels ( zie No 147):- Meester - Obreen, Mevr de, NRC 15 mei 1918Minder enthousiast... | 0 | 449 - 3 |