home
Archief Home    •   Kunst - afbeeldingen    •   Kunst - tekst    •   Foto - afbeeldingen    •   Foto - tekst    •   Documenten - tekst
Zoek:
2469 resultaten gevonden.
Jaar Beschrijving Map
nummer
Document.nr. en toevoeging
1913
*420. Verslag van de Arti Tentoonstelling Voorjaar 1913, door Johan Bories. Onbekend uit welk blad dit komt. Het betreft de tentoonstelling van 6 april tot 12 mei 1913, waar hing: 104. Salome ( 13 - 08 - DIV ).: '...Monnickendam’s werk, piece de resistance hier - het kreeg naar men weet ook den gouden medaille van de Koningin - is ontegenzeggelijk de arbeid van een werker wiens willen, eerbied afwingt. het is de laatste jaren heel wat moeilijker geworden zich een eigen weg te banen: een eigen 'kunst' te geven. de jongeren van thans, staan na een zoo bloesemende en volrijp gegroeide tijd als achter ons ligt, voor veel zwaarder opgave dan de jongeren van vroeger, ook zelfs nog uit den tijd van Breitner. De wil origineel te zijn, heeft bij velen tot uitersten van maniere geleid, die wij buiten bespreking zullen laten.- Het werk van Monnickendam heeft zich steeds gekenmerkt door een groot streven en groote fouten, wat gelukkig is, beiden kunnen genialiteit insluiten. Monnickendam verstaat een compozitie te maken met materiaal van verscheiden karakter: hij durft de groote lijnen aan, alleen faalt hij wel in het detail. Ik bedoel hiermee niet dat hij de details niet hoog op weet te voeren, integendeel er zijn stukken in dit schilderij superbe van kleur en stofuitdrukking, meestrelijk geschilderd, als het gordijn links op den achtergrond, als den kop en ook het bloemen- en rankenstilleven op den schotel, maar zie dit juist is stilleven gebleven. De bouw der dingen is door hem in aanleg gepland, veel details heeft hij doorwerkt, doch in het verband faalde hij. het is niet eenzelfde lucht, die al de dingen omgeeft, alleen Salome loopt, en de rest is als een fraaie goed bestudeerde groepeering van stillevens, superbe geschilderd, met hier en daar een detail waar de schilder niet uit kan komen. Als den beenen van den neger en de poten der tijgers of panters, die overigens ook bijna decoratief geschilderd zijn en helaas van steen werden. En toch, met dat al, dwingt werk als dit ontzag af, omdat dit van een werker is die den rotsachtigen moeilijk begaanbaren weg maar hooger beklimt, liever dan den gemakkelijke breeden, die niet stijgende is. Het...' Kritieken.
0420 -  
1908
*421. 'Het Land van Mauve, Bulletin van den Larensche Kunsthandel' N0 10, 2e jaargang, 5 maart 1908. Een artikel van Alex. Booleman. Een jubilend artikel. '...Het zou dwaasheid zijn mijnerzijds te onderstellen dat hij, die door zijn absoluut persoonlijk talent, dat wars van alle conventie, noch een enkele neiging vertoont van het-zich-ontplooien naar voor het publiek pasklaar makend gepruts, maar integendeel zich vrijelijk uitleeft in onbelemmerde overgave zijner kunstenaarsziel,- zoozeer de aandacht terkt, U zou zijn ontgaan....Monnickendam is iemand met een ijzeren wil, die weet wat hij doet, en zijn arbeid geeft aanleiding om bij de bespreking daarvan de maatstaf van het hoogere aan te leggen. Dit op zich-zelf reeds houdt een lof in die den schilder verheft. Bij de beschouwing van zijn werk terft ons iets magistraals, iets stoers, iets dat van taaie volharding getuigt. In zijn arbeid zit een mooi streven naar het volmaakte, vooral de techniek wil hij de baas zijn: alle geheimen daarvan heeft hij doorgrond......Zijn werken is hartstochtelijk, en zijn kunst heeft hij lief als een vrome zijn God.....Hij is geboren kolorist: in zijn werk jubelt een kleurenweelde van superieure kwaliteiten.....Maar hij schildert ook menschen. Menschen in den gedempten goud-schijn van een donkeren theaterhoek: menschen in de passie van hun handel, menschen in een woord, met verschillende hartstochtverwerkingen......Nu reeds heeft de adem van het geniale er een waas van subliem vocht op gedauwd....Wat ons echter met vertrouwen naar de toekomst doet zien, is in de eerste plaats zijn genialen aanleg, zijn groote werkliefde, en dan de technisch-bekwame behandeling van zijn werk welke hij door jaren van hard en met toewijding werken zich heeft eigen gemaakt, en die hem later bij het scheppen van grooten arbeid, waarin hij zal laten uitleven zijn mooie ziel in volkomen overgave aan het hoogste geluk van zijn leven, zeer te stade zal komen...' In de catalogus is afgebeeld ' Het Ruitergevecht ' 04 - 01 - P. Kritieken.
0421 -  
1924
*422. De Vrijdagavond van 4 april 1924. Artikel van Joseph Gompers. '...Monnickendam is een modern kunstenaar. Extremisten, als kubisten, zullen dit natuurlijk ten stelligste ontkennen. Inderdaad tot een van hun groepen behoort hij niet: hij neemt een middenplaats in tusschen de Haagsche School, met haar romantiek en die der extremisten. Maar hjeeft wel een groep het recht, al is zij jong en anders dan anderen, zich daarom modern te noemen? Martin Monnickendam, gehuwd met Alice Mouzin, werd den 25sten Februari 1874 te Amsterdam geboren uit het huwelijk van Nathan Monnickendam en Roosje Rippe. Zijn vader, een handelsman, gaf hem een liberaal-Joodsche opvoeding. Hij kreeg godsdienstonderwijs bij den Heer I. Boultje, maar moest op jabbos te school bezoeken, waar hij echter geen schriftelijk werk mocht verrichten. ' Verder een beschrijving van zijn opleiding. Zeer interessant is het volgende:'... Te Parijs maakte hij ook zijn schetsen voor zijn groot doek 'Conservatoire des Arts et Metiers', dat hij te Amsterdam vervaardigde met modellen, die hij voornamelijk bij Jonker ( Hulp voor Onbehuisden ) vond en welk...' En verder: 'Uit het werk van Monnickendam spreekt een groote levenslust, een humor die zeldzaam is, een lol in het leven om bij te zingen en te juigen. Maar als zijn voornaamste werken beschouw ik toch zijn twee doeken 'Vrede en 'Oorlog', dateerend van 1920........Zijn Adam en Eva zijn geschilderd met een reinheid en vroomheid, zooals wij die bij de primitieven vinden. De brute kracht van Kain is eenigszins helleensch van opvatting. Monnickendam toont zich in deze stukken ook als een dierenschilder, die de hartstochten en het leven fder dieren grondig bestudeerd heeft.' Genoemde werken: 'Boas en Ruth' 01 - 03 - DIV 'Brug over de Seine' 00 - 08 - FR 'Conservatoire des Arts et Metiers' 08 - 11 - INT 'Synagogedienst' (Afgebeeld) 95 - 04 - SYN 'Overvloed' (afgebeeld) 19 - 01 - STILL 'Diana' 19 - 12 - STILL 'Stilleven met figuur' 'Oorlog' 20 - 02 - STILL 'Vrede' 20 - 01 - STILL. Kritieken.
0422 -  
1934
*423. Neerland’s Jodendom. Officieel Orgaan van den Bond van Joodsche Vereenigingen in Nederland. waarin opgenomen Joodsch Hulpbetoon Centraal Orgaan voor de Joodsche Instellingen van Weldadigheid en sociale Voorzorg in Nederland, 1e Jaargang No 4, 20 februari 1934. Pagina 36 en 37. Artikel van Joseph Gompers: 'Aanteekeningen over kunst ( IV ) Bij Martin Monnickendam’s zestigsten verjaardag'. : ' Martin Monnickendam, die op 25 Februari zestig wordt, is, naar mijn gevoelens, in de Nederlandsche schilderswereld een even uitzonderlijke verschijning als Querido was in de wereld der Nederlandsche literatuur. Ook bij Monnickendam vinden wij dien genialen kleurendurf, die aan Querido’s ouevre dat warme, wonderlijke coloriet gaf, waardoor zijn werken fonkelend van leven werden en een symbool van d’ eigen levensstrijd. Bij Monnickendam is het oude, Oostersche verlangen naar de pracht der kleuren in sterke mate aanwezig en hij geeft die kleurenpracht met een bewogenheid, die heel zijn lyrischen gemoedsaard openbaart. Monnickendam’s schilderijen zijn doorgaans zoo gecomponeerd, dat. al verwaarloost hij den vorm nimmer, het spel der kleuren er een levendigheid aan geeft, die zeldzaam is. In zijn werk brandt de passie van zijn schilderkunst. Hij is gevoelig voor iedere kleurennuance, die hij met wonderbaarlijke zekerheid weet uit te beelden. Zij stillevens, bijvoorbeeld, zijn nimmer lauwe, decadent-zoete composities. Zij tintelen van leven en vormen een kleurenspel, die een uiting moet zijn van schildershartstocht, verwekt door een schoonheidsemotie, die slechts weinig wordt aan getroffen in het westen van Europa..... Monnickendam houdt van de massa en heft den overvloed lief. Hij schildert.. schildert steeds voort, zijn groote liefde voor vormen en kleuren uitlevend. Hij is een meester in het combineeren van kleuren, in het tegenover elkaar stellen van licht en donker. Zijn werken zijn kleursymfonien, die overweldigen door de breedte, waarmee ze zijn opgezet....... Monnickendam is- ik heb er vroeger reeds meermalen op gewezen - misschien de eenige schilder in ons land, in wiens werken een wezenlijk Joodsche ziel zich openbaart. Ook hij is de speurder naar het algemeen-religieuse, de zoeker naar het Goddelijke, dat in alle wezens en dingen aanwezig is. is het wonder dat bij zulk een geestesgestelheid de schilder Monnickendam vele kunstwerken met bijbelsch en Joods onderwerp heeft gewrocht? Zij schilderijen, die synagogen voorstellen, geven met gloed en zeldzame bewegenlijkheid de stemmingen in Israel’s godshuizen weer. Vergelijk, bij voorbeeld, eens zijn prachtige schilderij der Amsterdamsche Portugeesch synagoge, met haar trillend en schuchter licht en haar ingetogen ceremonieel, met de extatische, van religieus leven laaiende ontroering, welke hij in zijn schilderij ' Simgath Thora in een Russiche synagoge' uitbeelde.... Genoemd worden : ' Simgath Thora in een russische synagoge' Totaal onbekend. 'Oorlog' 20 - 02 - STILL 'Vrede' 20 - 01 - STILL 'De Uilenburgerstraat - Synagoge' 16 - 82 - AMST 'Schouwburgloge' 15 - 05 - INT. Kritieken.
0423 -  
1948
Aantekeningen van Julia van Verschuer, beeldhouwster, opgetekend op 3 juli 1997. Zij woonde op de stadhouderskade 92, vlak na de oorlog, plusminus 1948. Zij had de 'voorkamer' gehuurd. Beneden woonde de familie Frank. Mevrouw Monnickendam was 'lastig': je mocht geen plaatjes opzetten en als er vrienden kwamen logeren dan moesten deze voor een nacht betalen. Een keer was er bijna brand. De loodgieter was onhandig bezig en Julia rook de brand die daardoor ontstond. Zij heeft toe gauw haar (nieuwe!) deken erover gegooid en zo erger voorkomen. De collectie was gered! Stadhouderskade-woonhuizen.
0424 -  
1910
*425. Elsevier’s Maandschrift XXXIX van 1910, pagina’s 289-305. Cornelis Veth: 'Martin Monnickendam door Cornelis Veth'. '....Monnickendam heeft eenige welverdiende bekendheid, en het is niet mijn bedoeling hem naar een anderen maatstaf te meten dan naar dien welken wij allen kunnen aanleggen.. Zoo zeg ik maar liefst ter voorkoming van alle misverstand, vooraf, dat ik schier geen enkele schilderij van Monnickendam volkomen mooi heb gevonden - maar dat toch zijn streven en zijn kunnen mij meer boeien en liever zijn dan die van hen die welereis een mooi studietje of zelfs een compleet stuk maakten, dat mij behaagt en dat ik wel op zou willen hangen. Want deze laatste waardemeter, zoo vaak gebruikt, is een verkeerd...... Deze schilder aanvaardt sommige van die enorme opgaven, die de overstelpende werkelijkheid om ons stelt, hij ziet er het groote van, het rijke: de moeilijkheden van de taak zijn hem wel eens te machtig, wien zouden ze het niet zijn, maar hij tracht niet ze te ontlopen: hij heeft ze thans niety overwonnen, welaan, hij tracht opnieuw, maar hij maakt het zich niet gemakkelijk door een compromis met de waarheid, hij houdt aan zijn ondernemen vast.....Zoo komen die groote schilderijen met de vele doorwerkte figuren in een of ander bijzonder licht, zelden klaar, zonder dat een meer of minder gewichtig deel van de opgaaf royaal misslaagd is: en met die fouten komen wij ze te zien, met die fouten zijn ze nog merkwaardig, vertoonen zij nog, bij een zeer verreikend streven, een ternauwernood minder verreiekend kunnen. deze eigenschap van den schilder, zoo wil het mij voorkomen, is tegelijk zijn kracht, en ook in laatste instantie zijn faible en de oorzaak van de incompleetheid van een deel van zijn arbeid: hij weet niet op te offeren:: zijn plan is telkens van den beginne aan iets meer omvattend dan het wezen mag, en hij laat niets varen....... Wij zien zijn stukken juist daardoor niet geheel goed worden, doodat hij te veel kleur heeft willen geven, wij zien hem zeer zelden (ongekleurde) teekeningen tentoonstellen of zelfs presentabel maken. 'Verder volgt er een zeer uitvoerige beschouwing over de schilderkunst en wordt Monnickendam met Menzel vergeleken. '....de geheel persoonlijke kijk op kleur en licht:...... Het weergeven van zulke onderwerpen als cafe-interieurs, het publiek in een schouwburg of tingeltangel, de deelnemers en toeschouwers bij een wedstrijd, de belanghebbenden en nieuwsgierigen bij een veiling, is een nooit falende proef op de som om de oorspronkelijkheid van een schilder te beoordeelen, want deze tafereelen zijn de meest veranderlijke verschijnselen in de geschiedenis der menschheid...... Maar heeft Monnickendam niet hier en daar, door toepassing van meer vermogens waarlijk dan durf alleen, een volstrekte victorie bevochten? Ik geloof: Ja. En ik zal vier schilderijen noemen, waarvan het mij toeschijnt, dat twee als geheel een overtuigend bereiken toonen, de beide andere niet zoo ganschelijk geslaagd zijn, doch een slagen duidelijk aankondigen. De twee eerst zijn die openbare lezing in de Sorbonne, indertijd op de 'Vierjaarlijksche' te Amsterdam geexposeerd en sedert, meen ik, naar elders verkocht, en een blik op een toeschouwersgroep bij 'Prot', de beide laatsten zijn die zeer groote doeken, de veiling en de bijard-academie. Er is een schilderij van een soortgelijk onderwerp als het eerstbedoelde: het amphitheater bij Flora, dat ik eerst wil bespreken. Het is een fatsoenlijk, rustig publiek, dat wij in het amphitheater bijeen vinden. In het midden staat, half onverschillig, als een, die het allemaal al weet, de zaalknecht. De typen der toeschouwers zijn zijn zonder onnodige scherpte geteekend, zonder voorkeur voor het buitennissige (b.v. zeer gemeene of verdwaasde). Uitersten, zoolas onze Parijzigdoende bent, met een angst voor het burgerlijke in het onderwerp, die te denken geeft, zoo gaarne kiest, ontbreken. Voorop zit een net burgerheer, achter hem een armelijker type, toch ook nog van dit genus, ondanks zijn werkhanden: daarnaast een familie (denk ik) op een rij een groote dochter met een jongetje en een meisje, die nog de echte verwondereing voor het op het tooneel gebeurde hebben, waarvan zelfs eerstgenoemde het programma met ernst raadpleegt, op de tweede de ouders, kalm belangstellend. Achter hen een heel echt, zeer geblazeerd doend klein-burgerlijk fattentype. Maar dat tafereeel bij 'Prot' fascineert mij. Daar vind ik ten eerste, dat de schilder toch nog meer precies dat publiek heeft laten zien, dat juist op die plaats zit, de dienstmeisjes en naaisterjes met vrijers, en daardoor een zeer stellige en overtuigende houding aan het geheel heeft gegeven. Dit stuk is geestig, van die soort van gestigheid, die lachende een zekere karakterbepaling geeft: deze lieden, ze mogen de een wat onverschilliger zijn dan de ander - bijvoorbeeld die lummelige soldaat met zijn sigaar - zijn belangrijk als publiek, als bijn a het eenige speciale publiek, dat geniet, voor wien die uitgang iets is, wien daar iets verteld wordt. Het gansche stuk, in zijn verscheidenheid van details zegt zeer beslist welke soort van lieden op dien rang van dit tehater zitten: dit is het, wat den schilder hier voor het anecdotische bewaart en hem maakt tot schilder van een impressie: dit maakt het stuk ook beter dan het amphitheater. Maar het schilderij zegt nog meer, dat juist en belangrijk is. Het laat ons de opzichtige met kaltergoud en pompeuze ornamenten gedecoreerde leuning van het balcon zien, den rooden muur achter, het benauwde van dit hoekje, het gebrek aan comfort en de betrekkelijke luxuositeit tegelijk van de inrichting, alle dingen, die dit theater als type kenschetsen. En het zegt, beter dan dit alles, iets algemeens, iets kras: drukt de gemoedelijke spookachtigheid uit, het groteske, het fantastische, het wilde in dit zeer gewone. Het geeft iets, dat ons er aan herinnert hoe nog niet alle verscvhijningen van het dagelijksche leven neutraal en valk zijn, het geeft iets van het avontuurlijke en felle in burgerlijkheid en benepenheid, die geboeide menschen boeien ons, die aandachtsconcentratie sleept ons mede: die nieuwsgierigheid maakt ons mede nieusgierig........Op zulk een bewustheid van erkenning der gevens duidt dit stuk van Monnickendam het sterkst van alle di ik ken....En nu komen wij aan de 'Antiekveiling ' rn de 'Biljart academie'.......niet opgewogen tegen een stemmigen rustigen achtergrond, maar tegen opzichtig roode gordijnen hier, een schril roode tafel daar, vergulde luchters en ornamenten op beide. Dit verdienstelijk vasthouden aan de typeering van het milieu, het modern openbare gebouwen -milieu, met zijn demonstratieve vroolijkheid, zijn schreeuwerig verwelkomingsaspect, wijst elk streven naar ingetogenheid en harmonie bijna af.........Maar toch heeft hij in de behandeling van de kleur en het licht hier en daar juist op deze schilderijen, vooral de biljartacademie, van een scherper besef dezer dingen blijk gegeven, ofschoon juist daar zijn eigenlijke schilderwijze met die slierten en slangen verf onder den lampenschijn het zwakst is, en in de typen, die hij bijna fel, bijna zoo fel als het moet, karakteriseert, is hij op zijn best.... Veelkleurig, en met finesses van toon,die men niet op al Monnickendams schilderijen aan treft, is de 'Zeilwedstrijd op den Amstel' die daarenboven in de details veel juiste en guitige informatie toont. Het gedrang der toeschouwers achterop, met den bereden plitieagent ervoor, het dienstmeisje, der valggen en wimpels wapperend in den wind, alles geeft opgewekte stemming, de opgewekte stemming, die zoo aangewakkerd wordt door het soort van weer, dat er zoo frappant is uitgedrukt, winderig en zonnig. Verder worden besproken: 'Brugge', de twaalf etsen, 'Aan den zelfkant' en 'Volksgaarkeuken'. 'Brugge' is een minder typisch doek, maar goed. tegen de warm bruinkleurige oude gebouwen, kleurige figuurtjes, een levend straatgewoel. Iets harmonischer dan andere schilderijen...... 'Aan den zelfkant' is een gezicht op een van die ongure sinistere verwaarloosd land aan de uiterste grens der groote steden,....en vol van hartbeklemmenden pathos.......... En verderop:' En Monnickendam, verbeeld ik mij, herkent toch eigenlijk voornamelijk de schoonheid, ook wat de kleuren aangaat, in het evocatieve. De kleur als middel tot karakteristiek. Dit is geen depreciatie, het is een definitie....... Laat ik eindigen. Het streven van Monnickendam schijnt mij stout, bijna driest. Maar hij behoort niet tot die luk-rake virtuose produceerenden, die de groote motieven, welke zij aanvaarden, profaneeren door hun ondersccahtting van het allermoeilijkste daarin, dit toont zijn beste werk. Moge het komende dit nog overtreffen, en de ontroeroing om het karakter der dingen onafscheidelijk worden van het besef daarvan, dat hij somtijds zoo krachtig toont.' Genoemd - afgebeeld zijn: 'Boas en Ruth' (alleen afgebeeld) 01 - 03 - DIV 'De Volksgaarkeuken' (genoemd en afgebeeld) 'De Fruitverkoopster' (alleen afgebeeld) 09 - 01 - STILL 'De Brief' 05 - 06 - DIV 'Aan den Zelfkant' (afgebeeld en besproken) 06 - 06 - L 'Le Rate ' 05 - 04 - INT 'Bij Prot' 08 - 22 - INT 'Strijkje 08 - 02 - INT 'Ile St Louis' 96 - 04 - FR 'Zeilwedstrijd op den Amstel' 08 - 07 - L 'In Flora' (besproken en afgebeeld, maar dan met de verkeerde titel'Prot') 05 - 09 - INT 'Biljartacademie' 07 - 01 - INT 'De Antiekveiling' (besproken en afgebeeld) 05 - 03 - INT 'Het Duo' ( alleen afgebeeld) 08 -10 - INT 'Ecole des Arts et Metiers' (afgebeeld en besproken) 08 - 11 - INT 'Brugge' 05 - 12 - BL 12 etsen. Dit alles nalv de tentoonstelling bij de Larensche Kunsthandel bij Kleykamp van 1910?? Kritieken.
0425 -  
1899
Lijst der Kunstwerken aangekocht voor de verloting 1899 van de vereeniging tot Bevordering van Beeldende Kunsten. 'Teekeningen' ' 56. Monnickendam, M., Meisje met poes. 57. Monnickendam, M., Een Hollandsche jongen.
0426 - 1 
1899
Brief van Mr. S. Zadoks van 6 maart 1899, waarin deze mededeelt f35,-- te hebben overgemaakt aan Monnickendam
0426 - 2 
1907
*427. Brief van Monnickendam uit de Ruyterstraat 2 van 28 januari 1907. Onbekend aan wie ( maar waarschijnlijk de organisator van de tentoonstelling) . Het gaat om een transport van 11 schilderijen 'benevens een portefeuille met teekeningen. Ik kom zelf die dag in Arnhem om bij de uitlading tegenwoordig te zijn. Vrijdagavond komt dus de zending waarschijnlijk in het gebouw der tentoonstelling en zal ik zaterdag alles in orde brengen. Ik reken dus voor die dag op de timmerlieden, waarover U schreef. Het zijn: 1. Portret van den toneelspeler Louis de Vries als Keizer Augustus in 'Cinna' f 1.000,-- 2. Bij Prot f 700,-- 3. In Flora f 800,-- 4. De Antiekveiling f 1.000,-- 5. Ruitergevecht f 500,-- 6. Aan den zelfkant f 1.200,-- 7. De Brief f 1.000,-- 8. Dames Portret f --- 9. Stadhuis te Brugge f 600,-- 10. Tuberoses f 500,--. van de portefeuille zal ik gebruiken, wat noodig mocht zijn om plaats aan te vullen. Ik verzoek U dus ruimte op de lijst te laten, om die zaterdag verder in te vullen. Op de Convocatiebiljetten te vermelden: 'Schilderijen van Martin Monnickendam' Amsterdam. De bijgesloten lijst vermeldt: Zweden 1 Kerk te Ronneby (voorzijde) f 150,-- 2 '’ '’ '’ (achterzijde) 150,-- 3 Pierrot f 175,-- 4 Vrouwenkop: Andante 150,-- 5 '’ Nocturne 150,-- 6 Herder 100,-- 7 Volendammer 100,-- 8 Vrouw uit Brugge 100,-- 9 moeder en kind (Brugge) 100,-- 10 roubadoer 100,-- 11 Magdalena 100,-- 12 Nachtstudie 100,-- 13 Levantijn 200,-- ( was eerst 175,--, maar verbeterd) 14 Page 100,-- 15 Kopenhagen 100,-- Etsen 16 Hotel de Sens 15,-- 17 Ile St Louis 25,-- 18 St Germain d’ Auxerrois 25,-- 19 Notre Dame de Paris 25,-- 20 Impasse des Boeufs 25,-- 21 St Nicolas 25,-- 22 Moret sur Loing 20,-- 23 Marche des Carmes 20,-- 24 Pont Neuf 25,-- 25 St Gervais 20,-- 26 Passage St Paul 20,-- 27 Place des Vosges 20,--' Nummering van de schilderijen: 05-02-P, 08-22-INT,05-09-INT,05-03-INT, 04-01-P, 06-06-L, 05-06-DIV, 05-12-BL, en verder onbekend. De etsen zijn: 97 - 1t-m 12. Prijzen. Ik denk dat dit de 'Vierjaarlijkse' is te Arnhem van 1907, welke gehouden werd van 3 tot 15 februari 1907 ! Dit klopt ook met de kritieken.
0427 -  
1901
*428. Briefkaart van Jozef Israels van 19 october 1901: 'Waarden Heer Monnikkendam, Ik ben altijd om twee uur na de middag te huis en zal U dan met genoegen ontvangen. Uw ... Jozef Israels,2 Konninginnegracht Den Haag.' Tijdgenoten.
0428 -  
1924
*429. Maandblad voor Beeldende Kunsten, Eerste jaargang nummer 2 Februari 1924, pagina’s 36 - 41. Artikel van Plasschaert over Monnickendam. Zie ook document 83. : ' MONNICKENDAM ( geboren in 1874 ). 'k Had, sinds eenigen tijd reeds, de lust om over Monnickendam te schrijven. Dat was niet, omdat hij vijftig jaar ging worden, het was om iets anders. Vijftig jaar, het is iets, maar het is nog geen tijd om een eindelijk loflied te gaan zingen. Er was een andere beweegreden voor dat willen schrijven, en eene, die gansch en al zuiver was van jaartal en leeftijd: ik vond Monnickendam miskend. Er is niets wat meer weerbarstig maakt dan miskenning: ge krijgt dan altijd het gevoel, dat een hoop lieden zonder reden en zonder kennis zich misdragen, die niets anders te doen hebben dan zich goed te gedragen. Want Monnickendam is miskend, dat is zeker. Ik heb dat meer dan eens gemerkt, en ik meen, dat ik die miskenning mag vaststellen, want de fouten in den schilder zijn mij nooit voorbijgegaan. Maar waarom is Monnickendam miskend? Het antwoord is: omdat hij twee eigenschappen bezit, die hem boven een goed getal anderen zetten. Hij is ten eerste een afzonderlijkheid, een persoonlijkheid, en hij heeft ten tweede de kunde om die persoonlijkheid in zijn vak, dat van schilder, ons duidelijk te maken: te openbaren. En dat zijn twee factoren, die op den duur gelden. Bij de kritiseering van het werk van een schilder zijn deze twee eigenschappen altijd na te gaan: zijn die aanwezig, dan is er een kans op een blijvende waardeeering: en die twee, ik zeide 't u, ze zijn in Monnickendam: hij is wat: hij kan wat. Andere eigenschappen, die misschien de twee andere verzwakken heeft hij ook, maar ze tasten toch de kracht van de geprexzen hoedanigheden niet zoo aan, dat ze den schilder zijn rang ontnemen. Ik weet even goed als de aantasters en bevechters, dat Monnickendam soms te gewoon dramatisch-romantisch kan wezen ( hij is daarvoor een joodsch schilder ) en dat zijn kleur niet altijd zuiver is voor geschoolde en open oogen - maar de andere eigenschappen komen dan telkens op tegen mogelojke misschatting: Monnickendam is wat: kan wat. En wat is hij? wat kan hij? Het meest kenmerkend voor hem zijn de toneelen uit de orkestzaal, uit de verkoopzaal, uit de kerken en synagoges. Hij heeft deze dikwijls geschilderd bij avondlicht en met veel figuren: ik behoef u hier toch niet te wijzen op zijn balconscenes met de verschillende wijze van luisteren, uitgedrukt door houding en kop. het gaat in deze dingen om kleur, om typeering: hij bezit, en dat is zeldzaam genoeg, het vermogen een groote groep te binden in een spannende bezigheid, 't zij dat deze meer zich openbaart in het lichaam, in den kop, of in beiden gelijk optreedt. In zijn kleur heeft hij altijd de neiging tot een krachtige verscheidenheid: hij bindt ze nooit saam tot een eenvoudige ' toon ': hij zet ze duidelijk afzonderlijk naast malkander. het zelfde, en duidelijker doet hij in de stillevens, die hij met voorliefde heeft gemaakt: groote stillevens van vruchten en wild, met den overdaad van hoeveelheden, zoolas een renaissancist ze ook kon schilderen, en met de groote menigte afzonderlijke kleuren, die zich tot een geheel vereenigen. Deze stillevens bestaan uit vruchten, druiven, bananen, een peer, kreeften, uit wild en gevogelte, maar ook uit figuren, waartusschen hij zich zelf, een stoere Jood, schildert als een landgod bij de vrouw, die op de dwarsfluit spelen gaat. Als een kundig schilder heeft hij natuurlijkl landschap geschilderd en stadsgezicht. Ook daar vindt ge de lust tot de flonkerende verf ( schilderen is voor hem een zinnelijk smullen ): ook daar vindt ge breedheid bij detail, hoewel niet altijd lucht en landschap geschilderd zijn van uit een aard, dus als onverwrikbaar geheel. In zijn landschap vindt ge het portret van dieren. Hij is een student in de dieren-kunde, om het woord schilderlijk uit te dijen. Nergens vondt gedie kennis overtuigender aangetoond en als gekend bewezen dan in zijn twee figuurstukken 'Oorlog en Vrede': ge zoudt ze ook kunnen noemen: 'In het Paradijs', en ' Uitgestooten'. Ook hier de lust om een groot formaat volop te vullen, zoodat er geen plek leeg blijft - maar ook hier, ik moet het woord herhalen, de kunde van den Renaissancist, een schilder vol van 't waereldsch paganisme der renaissance. Betoomder is dit alles in het portret van zijn dochter Monarosa, met den herdershond, etc.: uitbundig weer in zijn Amazone.. Met deze kunde, met deze gave, groepen te kunnen formeeren, door een spanning tot een eenheid gebonden: door een afzonderlijk kleurmozaiek, een joodsch romanticus ( vroeger soms week - is Martin Monnickendam op zijn vijftigste jaar een miskende. dat is onjuist, onnoodig. Hij is een talent, dat op zijn vijftigste meer werken in ons land heeft geschapen, op overvloeiender wijs, dan velen die tot te veel eer kwamen. Ik wil hier geen loflied schrijven: ik wou dit niet, - er is daarvoor geen aanleiding - en een loflied is menigmaal onjuist. Ik heb dus geen fouten gemeden, maar ik heb met nadruk mij verzet tegen miskenning. dier is er, 't zij herhaald: daar wensch ik geen deelgenoot van te zijn. Een andre vraag is: wat kunnen we nog verder van hem verwachten? Is zijn werk reeds tot een werkelijk eind gekomen? Dat lijkt mij niet toe - ik vermoed nog mogelihjke wijzigingen. En welke? Die hem innerlijker romantisch zullen geven, en dan soberder van flonkering: rijker aan leven bij minder-uiterlijken tooi. De kracht van zijn leven en van zijn ras lijkt mij hem daartoe de noodige kans ruimschoots te geven. PLasschaert.' Afgeebeeld zijn : 'Meisje met rooden mantel' 25 - 04 - P. (dus de datering klopt niet!) 'De Faun' 12 - 01 - STILL 'Stilleven' 09 - 01 - STILL 'In Flora' 05 - 09 - INT 'De optocht komt' 15 - 06 - INT Besproken zijn: 'Vrede' 20 - 01 - STILL 'Oorlog' 20 - 02 - STILL ' Monarosa' 10 - 03 - P 'Meisje met de rooden mantel' 25 - 04 - P 'Amazone' 15 - 02 - P Kritieken.
0429 -  
1926
De Groene Amsterdammer 9 maart 1926. Met afbeelding van de ' Joodsche Begrafenis' ( 25 - 04 - SYN ). Niet geheel zeker is of het navolgende artikel ook uit de Groene komt. Lettertype en papier zijn anders. 'Martin Monnickendam’s hoofdwerk hier is 'De begrafenis' (zou 'Lijkdienst' niet een betere titel zijn ?). Achter een met een kleed bedekte lijkkist staat een rij jongens in een soort gestichtskleeding een Herbreeuwsch gebed van een blad papier te lezen. Een hoog-gehoed heer in rouwkleedij staat achter een bruinhouten katheder, geflankeerd door twee andere mannen in 't zwart. De personen zijn niet sterk van elkander onderscheiden, zij ontberen individueele charmes. Een psycholoog, een dramatisch figuurschilder is Monnickendam niet. Hij schijnt gefascineerd door de wonderen der schildertechniek, die onder zijn hand iets van emailleeren krijgt. Men zou deze Begrafenis een arrangement in wit, grijs, zwart en bruin kunnen noemen, van welke kleuren de schilder slechts enkele nuances gaf. Ook in twee aquarellen 'Heiligen en profanen' (de voorstelling van een kunstveiling) en 'Hagepreek in Hilversum', toont Monnickendam een groote technische vaardigheid. Zij hebben echter iets van illustraties voor een magazine. Afgesloten geheelen, waarin het toevallige geco-ordonneerd is nevens het wezenlijke, zijn het althans niet. Tot z’n beste werken behooren een drietal schetsen, de loge van een theater, een concertzaal.' Besproken zijn : 'De Begrafenis' ( 25 - 04 - SYN ), 'Heiligen en Profanen' (21 - 10 - INT ), 'Hagepreek in Hilversum' ( 17 - 28 - NED ). De tentoonstelling is : Arti, 20 februari - 14 maart. b. Ook hier weer een foto van de Begrafenis in een krant van 25 februari 1926. Niet duidelijk welke krant. Daarbij geplakt een kritiek die ergens anders uitkomt, maar waar vandaan? (Joods tijdschrift?, zie nl de tekst): ' Monnickendam exposeert een vijftal werken, waarvan het eerste N0 36 van den Catalogus 'Begrafenis', vooral voor ons Joden, belangrijk is. Het stelt het oude 'Metaar-huis' op Muiderberg voor, met het aardige geel-geverfde kathedertje, waarop een spreker een rede staat te houden. Op den voorgrond de lijkkist, waaromheen een aantal weesjongens, het gebedsformulier in de hand. Er spreekt veel stemming uit dit schilderij met zulk een bizonder gegeven. Wij kunnen er den kunstenaar geluk mee wenschen, dat hij den moed had dit gegeven te herscheppen tot een kunstwerk. Wij kennen Monnickendam van zoo’n geheel anderen kant, waarin jij de levenslust en de levenspret zoo uitbundig weet weer te geven...' Kritieken.
0430 -  
1931
Artikel van 9 mei 1931, welke krant is onbekend. Auteur: Kasper Niehaus. 'Kunst: Arti Exposeert. Folklore en historie.: 'Het bestuur van 'Arti' schijnt niet bevreesd, dat de aandacht van het publiek voor hare manifestaties zal verslappen, door zoo kort na de expositie van studies in elk materiaal, de gewone voorjaarstentoonstelling van werken door leden te houden. Dit zouden dus werken: resultaten zijn, maar ik moet bekennen, dat zij over 't algemeen om te verwisselen lijken op studies: materiaal! Dit kan niet gezegd worden van Martin Monnickendam’s inzending, die in 't centrum van een paneel in een der groote zalen, direct in 't oog springt: deze 'Ontvangst van den Lord Mayor van Londen in het paleis op de Dam' is een gecomposeerd schilderij, een afgesloten geheel. De feestelijk door groote kroonluchters verlichte hooge zaal, versierd door een gebeeldhouwd, monumentaal schoorsteenstuk, waarboven door kruitdamp en ouderdom zwart geworden vlaggen hangen wemelt van een elegante wereld. Een heer, op den rug gezien, converseert in een kring van schoon en kleurig gekleede dames, waarin men ook den heer Ketelaar opmerkt. Ook de costumes, rijk en traditioneel, van den Lord-Mayor, die met z’n ambtgenoot De Vlugt staat te praten, zijn de moeite waard gezien te worden! Monnickendam is geen kind van onzen twijfelheid en van de vreugelooze handelingen: een schilderij van een paar meter omvang verschrikt hem niet. Hij blijft, het groot-historieele genre beoefenend, van onzen tijd, actueel. Men zou hem den Hollandschen Menzel kunnen noemen: ook 'de kleine excellentie' schilderde veel tooneelen uit het hofleven en niet alleen onder den ouden Frits.' Besproken is 'De ontvangst' 29 - 07 - INT. De tentoonstelling is : Arti mei - juni 1931. b. Voorts een foto , ook hier niet bekend uit welk tijdschrift, van 'Loofhuttenfeest' met potloodaantekening: Arti’s Rembrandt voorjaar 1931. De tentoonstelling is: Stedelijk Museum, Maatschappij Rembrandt, Tentoostelling van Werken der Kunstenaarsleden van 16 mei tot en met 7 juni 1931. Loofhuttenfeest:33- 08 - SYN. Kritieken.
0431 -  
1918
Uitnodigingskaart van Arti voor de opening van de tentoonstelling op 26 mei 1918 (schilderijen, studien en schetsen in olieverf) met: F. Bobeldijk, G. W. Dijsselhof, G.W. Knap, B. Laguna, D. de Vries Lam, J.H. van Mastenbroek, Martin Monnickendam, Ferd. G.W. Oldewelt, Albert Roelofs, Jan Sluyters, Hobbe Smith, en van Beeldhouwwerken door A. Hesselink. Onbekende tentoonstelling. Of is dit de tentoonstelling van april-mei?
0432 - 1 
1926
Uitnodigingskaart van Arti voor de opening van de tentoonstelling op zaterdag 20 februari 1926 (schilderijen, teekeningen en beeldhouwwerken) met: S. Garf, A. Hesselink, Prof. J.H. Jurres, Martin Monnickendam, Georg Rueter, Mej. M.E. van Regteren Altena, Wm. Schumacher, Jan Sluyters en D. Wiggers.
0432 - 2 
1916
*433. 'Verdwijnend Oud - Amsterdam' schetsen van J. H. Rossing met teekeningen van Martin Monnickendam Amsterdam Bernard Houthakker 1916. In een exemplaar staat geschreven: ' Voor Roosje Monnickendam van Bernard Houthakker uit bewondering voor het werk van haar vereerden vader'. Houthakker. In het boekje staan de navolgende afbeeldingen: 'Bruggetje naar Prinsen Eiland ' 1916 (op voorkant boekje) 16 - 06 - AMST 'Damrak' 16 - 83 - AMST (?) 'Het sloopen van huizen in de Raamskooi gezien van de martelaarsgracht' 16 - 81 - AMST 'De Oudemannenhuispoort bij den Achterburgwal van binnen' 16 - 84 - AMST 'De synagoge in de Uilenburgerstraat' 16 - 82 - AMST 'De Munt met sneeuw' 16 - 12 - AMST 'Vijzelstraat' 16 - 85 - AMST 'De hoek van de Langebrugsteeg en de Grimburgwal' 16 - 86 - AMST. Losse aantekening: In het kookboek van Mevrouw Monnickendam ( in bezit bij J. Matiasen) staat geschreven: '9 -8 -1906 van G. Oldenboon'.
0433 -  
1936
Krantenknipsel met foto: Martin Monnickendam:'kerkfeest' ( Najaarstent. 'Arti et Amicitiae'). en: Najaarstentoonstelling in 'Arti'. Het betreft hier 35 - 07 - SYN en de tentoonstelling van Arti november-december 1936. Onbekend welke krant, gelet op het lettertype: Algemeen Handelsblad?
0434 -  
1929
Krantenknipsel uit de Telegraaf van 11 mei 1929 met foto van 'Monarosa' 28 - 02 - P. met tekst ( volgens aantekening met pen van C. Niehaus) : 'Boven Monnickendam’s damesportret verkies ik z’n genrestuk 'Monarosa' als een moderniseering en popolariseering van Titiaan’s Flora: een dame in geel costuum houdt een vaas met bloemen op, terwijl de tafel rijk versierd is met kreeft op een blauw en wit bord en een schaal met een fazant en edel fruit, overvloeiend als steeds Monnickendam is.' Het betreft hier de Arti tentoonstelling van mei-juni 1929 (nummer 79). Kritieken.
0435 -  
1918
*436. Amsterdamsche Dameskroniek van 16 februari 1918.'Wie van Zich Doen Spreken.' Pagina 4 e.v. met een foto van de schilder ( zie foto N0 78): ' Kleurig en levendig als zijn stadsgezichten is het atelier van Monnickendam! De achterwand een groot doek: een concert of gehoorzaal met dertig, veertig verschillende menschentypen: boven den schoorsteen Louis de Vries als krijgsman uit lang vervlogen tijd. Op den ezel een vrouwenportret in wording: daarnaast een andere studie en overal, langs de wanden, schetsen en doeken en krabbels in schier oneindige verscheidenheid... Penseel en palet in de hand ontvangt Monnickendam mij en als ik dan neergeplant ben in een luien stoel en mijn gastheer met hoofsch gebaar een trommeltjhe knappende koekjes, vriendelijke attentie van mevrouw Monnickendam, binnen mijn bereik heeft gezet, wordt van mijn kant het vuur geopend... En verder op: 'Het is zo prettig te kijken naar Monnickendam’s expressieven kop, naar zijn bewegelijk gelaat, dat ieder woord als het ware illustreert en iederen zin verduidelijkt.....'De Nederlandsche schilderkunst', klinkt het mismoedig, 'Och wat valt er eigenlijk van te zeggen in dezen tijd nu wij zoo geheel op ons zelf zijn aangewezen... Vroeger, ja, toen hadt je Israels en later de Marissen: en nog weer later Breitner om leiding te geven, maar nu? er is geen eenheid meer, geen samenhang. De smeuige, gladde pap is geschift en de verschillende deel drijven op zichzelf..’t Publiek staat onverschillig tegenover het streven van den kunstenaar. Tingeltangel-artisten worden verafgood, goede acteurs loopen zonder emplooi..Op alles drukt de O.W.-er zijn stempel, banaliteit viert hoogtij en na den oorlog zal dit alles nog veel erger worden, voor ons land althans. In 't buitenland lijkt de toekomst mij minder somber. De menschen, die in de loopgraven hebben gestaan, die den dood zoo heel nabij hebben gevoeld, moeten, dunkt mij, anders, dat wil zeggen, beter en dieper zijn geworden. Ik geloof wel degelijk dat de uitdrukking 'gelouterd door het vuur', meer dan een phrase is.'... Portret schilderen is het genre waarvoor Monnickendam het meeste voelt en omdat dit zoo is, was het hem mogelijk ons te verblijden met de stadsgezichten, de vorige week in Arti geexposeerd. Want voor hem hebben ook de huizen oogen, een straat, een complex gebouwen, zij spreken evengoed tot hem als het gezicht van den mensch: al geeft hij dadelijk toe, dat dit laatste hem toch altijd weer het meeste te zeggen heeft....' Toen Daguerre indertijd de gevoelige plaat uitvond,' zegt hij en een spottend lachje verschijnt om zijn mond, 'dachten zijn tijdgenooten, dat de steen der wijzen was ontdekt. Eugene de la Croix, de Balzac en zoo veel anderen, zij konden geen woorden vinden om het wonder te verheerlijken.. En wat bleek? Dat het menschelijke met al zijn fouten en tekortkomingen ons oneindig meer bekoort, dan de perfectie van de machine. Ver boven de fotografie stellen wij het geschilderde model. Wie van schilderkunst geen verstand heeft, wie er niets voor voelt, zal bevredigd worden door de peinture Bogaerts. Wie er wel voor voelt geef ik den raad zijn portret alleen te laten maken bij den schilder wiens werk hem het beste bevalt: omdat deze factor op zich zelf reeds het werk ten goede zal komen. En dan betoogt Monnickendam: ' ..' Waarom heeft Rembrandt van al zijn tijdgenooten verreweg het meest bereikt? Omdat hij het meeste wist, omdat hij van het menschenhoofd zoo buitengewoon veel begrip had: omdat niemand in een oogkas, een wang zooveel vlakken zag als hij.....De eerste stap over de middelmaat is voor den kunstenaar zoo heel, heel moeielijk. Altijd in je werk blijven, elk ding beschouwen als een opgaaf die zoo goed mogelijk moet worden volbracht: dat is de eenige manier om iets te bereiken. Zoeken, en altijd maar weer zoeken naar 'le style', zooals Flaubert dat heeft gedaan: je niet tevreden stellen met een momenteele sensatie: geen water in je wijn doen, onder alle omstandigheden de lijn volgen die je zelf de juiste, de eenig ware vindt. En dan niet vergeten, dat schilderen tenslotte toch ook is een handwerk: bedenken, dat een goed oog alleeen niet voldoende is, dat het goede oog een gehoorzame hand vraagt.... Het genoegen van de kwast te hanteeren zzooals wij dat in onze jonge jaren kennen, och, dat verdwijnt vrij spoedig: en ook het scheppingsgenot is minder groot dan de leek denkt. Naast den aanzet, die je vaak een heerlijke sensatie kan geven, staat zoo heel veel, dat gebeuren moet. De techniek neemt een groote plaats in en wie haar verwaarloost, zal nooit bereiken, wat zijn verwachtingen hem voorgespiegeld hebben. Een ruwe diamant kan vaak een kostbaar ding zijn, maar de groote waarde krijgt de steen pas door het slijpen. Weet je wat de moeilijkheid is bij een (ONTBREEKT EEN STUK) De eene mensch kan de andere zoo goed helpen, zoo voordeelig doen uitkomen. Dat dames uit een zeker milieu zich in Parijs bijna nooit in gezelschap van een andere, mooie jonge vrouw op straat vertoonen, maar bij voorkeur een mismaakt persoontje tot gezellin kiezen, is maar niet iets toevalligs. 't Gebeurt wel degelijk met opzet. Zij weten, dat juist die stoffage haar op 't voordeeligst doet uitkomen. En dat zelfde principe hebben ook de oud-Hollandsche meesters in zijn volle consequentie toegepast. Let een sop de portretten van de admiraalsvrouwen uit de zeventiende eeuw. Bijna altijd ziet ge een negerjongen op den achtergrond, opzettelijk daar neergezet omn de blankheid van de hoofdpersoon beter te doen uitkomen, om haar schoonheid te verhoogen. Zij wisten het wel die oude meesters: maar zij leefden ook in een tijd toen het den kunstenaar mogelijk werd gemaakt zijn vleugels uit te slaan. Toen zat er nog spirit in de menschen, toen hadden zij nog durf en moed. Tegenwoordig? Och, als een vader mij komt vragen of ik zijn zoon aanraadt schilder te worden, dan kijk ik naar het postuur van 't jongmensch. Is hij middelmatig van gestalte, eerder klein dan groot, dan zeg ik: Top: je kunt het wagen. Een beetje beter tekenen of een beetje minder, het doet er niet toe: hoofdzaak is, dat je makkelijk in een andermans pakje kunt kruipen..' Even komt er een cynische trek op Monnickendam’s gezicht, maar al heel spoedig is die weer verdwenen en als hij dan doorpraat over zijn werk, over zijn 'kranige vrouw' en zijn 'aardige kinderen', als hij vertelt van zijn genoegens en ontspanningen,' DE REST ONTBREEKT. Buitengewoon interssant artikel omdat Monnickendam hier zoveel zelf aan het woord is. Verwezen wordt naaar de tentoonstelling van Houthakker in Arti van 1 tot 17 februari 1916. Afgebeeld zijn, behalve de foto (N0 78) , waarop een mij onbekend portret voorkomt, :' Amazone' 15 - 02 P, en 'Jongensportret' Onbekend. Kritieken.
0436 -  
1916
Uitnodiging voor het bezichtigen van 'eene verzameling pastelteekeningen van Martin Monnickendam, Amsterdamsche Stadsgezichten' van Bernard Houthakker in zijn pand aan de Nieuwezijds Voorburgwal 332 bij het Spui. December 1916. Op de voorkant een afbeelding van Het bruggetje naar het Prinseneiland' 16 - 16 - AMST.
0437 - 1 
1916
Catalogus van de tentoonstelling van december 1918 met dezelfde afbeelding als op de uitnodiging.
0437 - 2 
1916
Voor kritieken wordt verwezen naar nummer 147, waarin voorkomt: - Balbian Verster, J.F.L. de, Amstelodamum, 1 december 1916 ' ...Hij verloochent ook hier zijn levendig coloriet niet. Deze teekeningen dragen in hun sterke visie het zeer persoonlijk cachet van den kunstenaar, maar daarbij zijn ze topografisch toch betrouwbaar en zuiver. Het is Amsterdam gezien door den bril, neen , door het temperament van Monnickendam. ' - Kouwenaar, D, Nieuwe Rotterdamsche Courant 4 december 1916 ' ... De teekeningen zijn gedaan op de aan Monnickendam eigene, vlotte en levendige wijze, in helderder, fellere kleuren dan waarin men gewoon is Amsterdam te zien en af te beelden. Maar het is natturlijk het recht van den kunstenaar de dingen te zien door zijn eigen bril, a travers de son temperament. En karakteristiek is het werk zeker.' - Algemeen Handelsblad 7 december 1916 - Broeke, L. van de, De Tijd 9 december 1916 - Loon, van, De Standaard 12 december 1916 - Kouwenaar, D, Oprechte Haarlemsche Courant 9 december 1916 - Boeken, NRC 7 december 1916 - Bruggen, C.J.A. van, Utrechtsch Dagblad 10 december 1916 - Hemmus, Mr M.F., Amsterdamsch Weekblad voor Nederland 16 december 1916 - Dijk, G. van, De Jonge Man, december 1916 - Feith, Jan, de Haagsche Post 16 december 1916 - Bouwwereld 20 december 1916 - Algemeen handelsblad 5 januari 1917 - Canter, Bernard, Holland Expredss 31 januari 1917 - Rossing, J.H. Nieuws van de Dag voor Nederlandsch Indie 21 januari 1917
0437 - 3 
1916
*437. a. Uitnodiging voor het bezichtigen van 'eene verzameling pastelteekeningen van Martin Monnickendam, Amsterdamsche Stadsgezichten' van Bernard Houthakker in zijn pand aan de Nieuwezijds Voorburgwal 332 bij het Spui. December 1916. Op de voorkant een afbeelding van Het bruggetje naar het Prinseneiland' 16 - 16 - AMST. b. Catalogus van de tentoonstelling van december 1918 met dezelfde afbeelding als op de uitnodiging. c. Voor kritieken wordt verwezen naar nummer 147, waarin voorkomt: - Balbian Verster, J.F.L. de, Amstelodamum, 1 december 1916 ' ...Hij verloochent ook hier zijn levendig coloriet niet. Deze teekeningen dragen in hun sterke visie het zeer persoonlijk cachet van den kunstenaar, maar daarbij zijn ze topografisch toch betrouwbaar en zuiver. Het is Amsterdam gezien door den bril, neen , door het temperament van Monnickendam. ' - Kouwenaar, D, Nieuwe Rotterdamsche Courant 4 december 1916 ' ... De teekeningen zijn gedaan op de aan Monnickendam eigene, vlotte en levendige wijze, in helderder, fellere kleuren dan waarin men gewoon is Amsterdam te zien en af te beelden. Maar het is natturlijk het recht van den kunstenaar de dingen te zien door zijn eigen bril, a travers de son temperament. En karakteristiek is het werk zeker.' - Algemeen Handelsblad 7 december 1916 - Broeke, L. van de, De Tijd 9 december 1916 - Loon, van, De Standaard 12 december 1916 - Kouwenaar, D, Oprechte Haarlemsche Courant 9 december 1916 - Boeken, NRC 7 december 1916 - Bruggen, C.J.A. van, Utrechtsch Dagblad 10 december 1916 - Hemmus, Mr M.F., Amsterdamsch Weekblad voor Nederland 16 december 1916 - Dijk, G. van, De Jonge Man, december 1916 - Feith, Jan, de Haagsche Post 16 december 1916 - Bouwwereld 20 december 1916 - Algemeen handelsblad 5 januari 1917 - Canter, Bernard, Holland Expredss 31 januari 1917 - Rossing, J.H. Nieuws van de Dag voor Nederlandsch Indie 21 januari 1917
0437 - 4 
1916
*437. a. Uitnodiging voor het bezichtigen van 'eene verzameling pastelteekeningen van Martin Monnickendam, Amsterdamsche Stadsgezichten' van Bernard Houthakker in zijn pand aan de Nieuwezijds Voorburgwal 332 bij het Spui. December 1916. Op de voorkant een afbeelding van Het bruggetje naar het Prinseneiland' 16 - 16 - AMST. b. Catalogus van de tentoonstelling van december 1918 met dezelfde afbeelding als op de uitnodiging. c. Voor kritieken wordt verwezen naar nummer 147, waarin voorkomt: - Balbian Verster, J.F.L. de, Amstelodamum, 1 december 1916 ' ...Hij verloochent ook hier zijn levendig coloriet niet. Deze teekeningen dragen in hun sterke visie het zeer persoonlijk cachet van den kunstenaar, maar daarbij zijn ze topografisch toch betrouwbaar en zuiver. Het is Amsterdam gezien door den bril, neen , door het temperament van Monnickendam. ' - Kouwenaar, D, Nieuwe Rotterdamsche Courant 4 december 1916 ' ... De teekeningen zijn gedaan op de aan Monnickendam eigene, vlotte en levendige wijze, in helderder, fellere kleuren dan waarin men gewoon is Amsterdam te zien en af te beelden. Maar het is natturlijk het recht van den kunstenaar de dingen te zien door zijn eigen bril, a travers de son temperament. En karakteristiek is het werk zeker.' - Algemeen Handelsblad 7 december 1916 - Broeke, L. van de, De Tijd 9 december 1916 - Loon, van, De Standaard 12 december 1916 - Kouwenaar, D, Oprechte Haarlemsche Courant 9 december 1916 - Boeken, NRC 7 december 1916 - Bruggen, C.J.A. van, Utrechtsch Dagblad 10 december 1916 - Hemmus, Mr M.F., Amsterdamsch Weekblad voor Nederland 16 december 1916 - Dijk, G. van, De Jonge Man, december 1916 - Feith, Jan, de Haagsche Post 16 december 1916 - Bouwwereld 20 december 1916 - Algemeen handelsblad 5 januari 1917 - Canter, Bernard, Holland Expredss 31 januari 1917 - Rossing, J.H. Nieuws van de Dag voor Nederlandsch Indie 21 januari 1917
0437 - 5 
1916
*437. a. Uitnodiging voor het bezichtigen van 'eene verzameling pastelteekeningen van Martin Monnickendam, Amsterdamsche Stadsgezichten' van Bernard Houthakker in zijn pand aan de Nieuwezijds Voorburgwal 332 bij het Spui. December 1916. Op de voorkant een afbeelding van Het bruggetje naar het Prinseneiland' 16 - 16 - AMST. b. Catalogus van de tentoonstelling van december 1918 met dezelfde afbeelding als op de uitnodiging. c. Voor kritieken wordt verwezen naar nummer 147, waarin voorkomt: - Balbian Verster, J.F.L. de, Amstelodamum, 1 december 1916 ' ...Hij verloochent ook hier zijn levendig coloriet niet. Deze teekeningen dragen in hun sterke visie het zeer persoonlijk cachet van den kunstenaar, maar daarbij zijn ze topografisch toch betrouwbaar en zuiver. Het is Amsterdam gezien door den bril, neen , door het temperament van Monnickendam. ' - Kouwenaar, D, Nieuwe Rotterdamsche Courant 4 december 1916 ' ... De teekeningen zijn gedaan op de aan Monnickendam eigene, vlotte en levendige wijze, in helderder, fellere kleuren dan waarin men gewoon is Amsterdam te zien en af te beelden. Maar het is natturlijk het recht van den kunstenaar de dingen te zien door zijn eigen bril, a travers de son temperament. En karakteristiek is het werk zeker.' - Algemeen Handelsblad 7 december 1916 - Broeke, L. van de, De Tijd 9 december 1916 - Loon, van, De Standaard 12 december 1916 - Kouwenaar, D, Oprechte Haarlemsche Courant 9 december 1916 - Boeken, NRC 7 december 1916 - Bruggen, C.J.A. van, Utrechtsch Dagblad 10 december 1916 - Hemmus, Mr M.F., Amsterdamsch Weekblad voor Nederland 16 december 1916 - Dijk, G. van, De Jonge Man, december 1916 - Feith, Jan, de Haagsche Post 16 december 1916 - Bouwwereld 20 december 1916 - Algemeen handelsblad 5 januari 1917 - Canter, Bernard, Holland Expredss 31 januari 1917 - Rossing, J.H. Nieuws van de Dag voor Nederlandsch Indie 21 januari 1917
0437 - 6