Grafrede bij het overlijden van Jozef Israels? Overleden 12 augustus 1911 (Bron: Scheen). 'Jozef Israels was de apostel, niet van tevredenheid, maar van de vrede, van die Oostersche vrede, sjoloum aleikeum, vrede zij met U, de vrede als het hoogste goed..'

Grafrede bij het overlijden van Jozef Israels? Overleden 12 augustus 1911 (Bron: Scheen). 'Jozef Israels was de apostel, niet van tevredenheid, maar van de vrede, van die Oostersche vrede, sjoloum aleikeum, vrede zij met U, de vrede als het hoogste goed..'

Grafrede bij het overlijden van Jozef Israels? Overleden 12 augustus 1911 (Bron: Scheen). 'Jozef Israels was de apostel, niet van tevredenheid, maar van de vrede, van die Oostersche vrede, sjoloum aleikeum, vrede zij met U, de vrede als het hoogste goed..'

Grafrede bij het overlijden van Jozef Israels? Overleden 12 augustus 1911 (Bron: Scheen). 'Jozef Israels was de apostel, niet van tevredenheid, maar van de vrede, van die Oostersche vrede, sjoloum aleikeum, vrede zij met U, de vrede als het hoogste goed..'

Grafrede bij het overlijden van Jozef Israels? Overleden 12 augustus 1911 (Bron: Scheen). 'Jozef Israels was de apostel, niet van tevredenheid, maar van de vrede, van die Oostersche vrede, sjoloum aleikeum, vrede zij met U, de vrede als het hoogste goed..'

ZJ -601 - AMST is getekend op de achterkant van een deel van een lijst met veel nummers en namen van de vereeniging tot Bevrordering van de Beeldende Kunsten. Onder nummer 14 is vermeld: 'Martin Monnickendam Stilleven'. Kopie.

ZJ - 639 - INT is getekend op achterkant visitekaartje van ' S. Rippe. Leeraar in Voordracht - en Tooneelspeelkunst. Gelegenheid tot Repetien, Vergaderingen enz. Jufferstraat 18, Rotterdam. 'In handschrift van Roos : Samulel Rippe, oom van vader. Kopie.Vergelijk foto 22 (1912) Noot: Monnickendams toneelliefde?Kopie.

Op achterkant van 06 - 43 - ZWE is vermeld:' Universal N0. 325 Superfijne kwaliteit. Middendik. 175 gram per M2. Rollen van 157 cM breed, 30 Ko. circa 110 M. lang f 1,60 per Ko. Halve Rollen van 157 cM breed, 15 Ko. circa 55 M. lang idem. Dit is per loopende Meter circa f 0,44. Uit de rollen kan elk gewenscht formaat worden gesneden. Het verlies aan papier, dat daarbij in enkele gevallen ontstaan kan, is voor reekening van den besteller, - Snijloon wordt niet berekend- Dusdanig uit rollen gesneden vellen worden volkomen vlakliggend afgeleverd.' 1906.Was dit het papier dat Monnickendam altijd gebruikte?Materiaal.

ZJ - 551 - AMST is getekend op achterkant van een brief van de 'Badischer Kunstverein, Karlsruhe, Den 15 Januar ' en is ondertekend door ' Der Konservator'. Brief is niet goed te lezen. 1905? zie hierna. (nr. 377-e)

Briefkaart van de 'Badischer Kunstverein ' te Karlsruhe van 20 januari 1905. Eveneens onleesbaar.

Parenteel van de familie Monnickendam opgesteld door de heer Appel uit Warnsveld en toegezonden door de heer M.H. Hoek uit Monnickendam op 2 october 1997.

De corespondentie met Dr G. Monnickendam uit Israel van 22 oktober 1981.

Kopie brief - ter beschikking gesteld door de heer R.F. Monnickendam uit Mill - februari 1998 -van Dr G. Monnickendam uit Israel van 22 februari 1996 aan Mr Louis R. Monnickendam met hetzelfde parenteel met de aantekening dat Nathan (ofwel Nesson) Monnickendam ,de vader van Martin, ook schilder was. Zo zou hij geschilderd hebben Heintje Monnikendam-Monnickendam (overgrootmoeder van Dr G. Monnickendam). Ook is er een anecdote:' Nu even over mijn ontmoeting met Martin. Hij is dus genoemd naar zijn grootvader Meyer, maar zijn naam is gemoderniseerd en verfranst, dus niet Martijn maar Martin.In mijn studententijd wilde ik hem dolgraag eens zien: ik denk, dat dat was ongeveer 1933. Ik belde hem dus op en zei, met enige hartkloppingen:'U spreekt met Guus Monnickendam, ik ben student en ik ben bezig met een stamboom van de familie en zou graag eens met U komen spreken.'Het antwoord was nogal ontmoedigend. Hij zei:'Och man, laat dat toch, al die Monnickendams zijn degenere’s'. Ik antwoorde:'Degenere’s of geen degenere’s, ik wil toch wel graag even komen.''Als je zo graag wilt, kom dan maar.'Ik ging dus naar de Stadhouderskade 92, een mooi groot huis met een kamer met een betimmerde wand. Daar stelde hij me voor aan z’n beide dochters. Bij het gesprek bleek, dat hij bijzonder goed op de hoogte was van de familierelaties in zijn tak van de familie. Hij vertelde o.a. , dat een Monnickendam in Belgie 'Mannekedom' werd genoemd.'Genealogie. (reeds verwerkt).

Brief uit Ludenscheid (villa Daheim) van 1 augustus 1908 mbt het toezenden van een werk.

Briefkaart uit Berlijn van 13 mei 1908 van D. (onleesbaar) Kohnstamm, waar deze vermeldt dat de werken ( drie grote schilderijen) hangen in de hoofdzaal en zeer goed geplaatst zijn.' De beide koppen Salome en het zelfportret komen bijzonder tot hun recht' Veel liefs voor Alice.

Uitnodiging van het Carnegie Instituut voor de opening van de 27th International Exhibition of Paintings op woensdag 27 october 1928.

Brief van Cornelis Veth van 8 februari 1910 ( Reguliersdwarsstraat 82 te Amsterdam ) : 'Waarde Monnickendam' Verzoek om toezending van reproducties van : Bilard-academie, Prot ('dit vooral'), 'Het cafe dat op Uw atelier hangt (heel graag), openbare lezing (zoo mogelijk), een teekening - figuur door U zelf aan te geven en verder de prix de Rome, vruchtenverkoopster (reeds gemaakt) tezamen zo wat elf.....En wilt U niet telang wachten...Ik denk dat het stuk nu heel gauw komt....Hartelijke groeten, Uw Cornelis Veth '.Tijdgenoten.

Brief van 23 februari 1907 van het Comite van voorbereiding van de ' Middenstands Tentoonstelling ', secretariaat Singel 327, met de uitnodiging om te komen spreken met het dagekelijks bestuur over het ontwerpen van een reclamebiljet.

Brief van J.C. Schuller, Kunsthandel, Plein 22a, Den Haag van 29 october 1909 met het verzoek om enkele werken in commissie te mogen hebben voor zijn haagsche klanten.Kunsthandel.

Brief van 16 november 1941 van Monnickendam aan Herman Minkenhof, waarin Monnickendam een uiteenzetting geeft over zijn kijk op het joodse geloof.'..dat ik godsdienstig ben opgevoed en weet wat er in het joodsche leven omgaat. Dat heb ik bij tijd en wijle omgezet in teekening en schilderij. Uit mijn jonge jaren dateert (1) de grootschuil, de opperrabijn, de weleelwaarde heer Dunner, staat naast den Gneser gazzan, den heer Heyman, gekeerd naar de heilge ark, achter beiden het mannenzangkoor, in de bank van parnassin de heer Jacobs en op het almemmour rebbe Lehman. (2) Later de begrafenis van den heer Gompen in wiens leerzaak mijn vader werkzaam was: de overledene was regent van het jongensweeshuis en weesjongetjes stonden om de lijkbaar, een eenvoudigen planken kist waarover een zwarte doek, de jongens in zwarte pakjes: hagelwitte boorden: zwarte leeren petjes, in hun handen een kaart met gebeden. Daarom heen familie en vrienden met hooge hoeden en witte dassen, in het midden boven de bar in een goudgeel kathedertje tegen een gele deur rabbijn Vredenburgh, de huidige opperrabijn van Arnhem: in het rond een gele lambrizeering - waarboven witgepleisterde ... met zwarte borden waarop Hebreeuwsche spreuken - Dan volgen voorstellingen in groote en kleine kerken (3) als Nieuwjaarsdag in de Portugeesche Synagoge en de laatste middag van Loofhuttenfeest. Zeven wetsrollen met gouden mantels en zilveren torzi worden hoog boven het alemmair overeind gehouden, rondom gaat de kring van gemeentenaren zingend en zwaaiend met den loelof: op den ramshoorn wordt geblazen. (4) Het Vreugde der Wetfeest in het Poolsche kerkje in de Kerkstraat: er wordt gedanst en gezongen met den wetsrol in den urn om dansende jongens, die boven hun hoofd papieren vlaggetjes zwaaien, paars en rood en blauw en geel, met emblemen als de leeuw van Juda: maar de omgeving, de ark, de exotischen lampen, is ontleend aan het prachtige schultje 4 hoog in het ghetto ebraico in Venetie, met zijn rijkgebeeldhouwde houten levensboomen, zijn klapluikjes boven in de vrouwenschul: blauw en goud, wapperende roode gordijnenvoor de open ramen, waardoorheen de heete diepblauwe Italiaansche hemel, die zich blakerend welft over het Lido, de badplaats met zijn joodsche kerkhof, eeuwenoude sacrophagen onder zwarte hooge cypressen. Nooit verzuim ik op Zaterdagmorgen in het buitenland de schul te bezoeken, deccavi, je komt na den dienst met de overheden in gesprek en krijgt gedaan op en weekdag te mogen komen teekenen, verschoons heb ik zoodoende nader kunnen bezien (5) in Citadella, een dorpsbuiten Mantood is nog de Schans en het graf van Andreas Hofer , doodgeschoten op bevel van Napoleon, waaraan herinnert het bekende Studentenlied: Zu Mantia im Bader, treue Hofer ...(6) In den gang van de joodsche kerk heb ik nageteekend twee antieke heilge arken uit het vroegere ghetto, een gouden en een groene. Nooit zag ik zooveel gouden Hebreeuwsche opschriften van buiten op een schultje als in Modena, vlak tegenover de schoonste kleine kathedraal van heel Italie, waar de witte en rood marmeren leeuwen en wilde beesten zoo maar in het ronde springen. In Bologna (7) de voorbeeldige arkadenstad staat in een kleine zijstraat een somber zwart paleis met op manshoogte gouden inscripties, aan den eenen kant latijn, aan de andere zijde van de poort zeer fraaie Hebreeuwsche of zooals Mulder, van Mulders bijbel, het wil, Phoenische letterteekens....(8) Naast de kerkinmterieurs rabijnenkoppen, zooals de overleden opperrabijn, de welzeerwaarde Heer Onderwijzer, een spreekbeurt door hem gehouden in een vergadering in het Concertgebouw, waarop (10) Prof Cohen, de heer Jacques Asscheren Wz Herzberger (11) het gomets verbranden op het Jonas Daniel Meijerplein (12) het driehonderdjarig bestaan van de Israelitische hoofdSynagoge (13) de begraafplaats op Muiderberg waar den directeur de heer Birnbaum en rabijn Akiba Franke, wien ik zoo een lang leven toewens dat hij nog mijn grafrede mag houden, in aandachtige beschouwing zijn van dien sacrophaag met dat mooie Italiaansche opschrift: O Passeggier chi miri il doloroso duella non chieggo i tuoi sospiri, ne tecce piu del mio dolor favello, o voorbijganger die aanschout dezen droeve grafsteen niet vraag ik Uw zuchten, raak niet meer aan mijn smart met woorden. Het bijbelverhaal, vanaf Adam en Eva en Kain en Abel...Abrahams offerrande het verkoopen van Jozefs rok door zijn broeder aan de Egyptenaren, Saul en David, Koning Salomo en de koningin van Seba, Salome tot den rabbi van Bachara toe.U ziet hieruit de een vervult zijn plichten tegenover het jodendom zus en de ander zoo. Hoogachtend Martin Monnickendam.'1. 95 - 04 - SYN2. 25 - 04 - SYN3. 29 - 09 - SYN4. 32 - 26 - SYN5. 6. 7.8.9. 32 - 03 - SYN10. 40 - 04 - SYN11. 40 - 04 - SYBN12. 35 - 07 - SYN13. 29 - 10 - SYN.De brief was duidelijk een vorm van verdediging.Beleidende brief van Mr S. Boas van 2 juni 1985.

Permanente toegangskaart voor de Wereldtentoonstelling te Gent in 1913 met foto.

Kranteblad van de ' De Amsterdammer, Weekblad voor Nederland ' van 10 juni 1916 ( N0 2033 ) pagina 7 met een verslag van de Varsity met afbeeldingen van Monnickendam, te weten:' De Tribune ' 16 - 174 - R, ' In de Kleedkamer ' 16 - 67 - R, ' Prof Damste, kamprechter ' 16 - 63 - R, ' De Douche ' 16 - 65 - R, 'De Senaat gereed de overwinnars te ontvangen ' 16 - 64 - R, ' Op het Noorzeekanaal ' 16 - 66 - R.

Brief van Monnickendam van 30 mei 1916 aan Prof J.A. van Hamel:'Weld. Hooggell.Heer! Wanneer ik Uw aanwijzingen opvolg, dan zien mijn teekeningen er precies zoo uit als van de anderen. Het was steeds mijn doel niet te schilderen en te teekenen zooals anderen. Zoodat ik U in overweging geef een ander te zenden naar de roeiwedstrijden. Hoogachtend Uw overigens de Martin Monnickendam.'De 'ruzie' werd blijkbaar bijgelegd!

Bepalingen voor de tentoonstelling van leden van Arti in Pulchri ,5 april 1931. Monnickendam schrijft erop: Bouillon 2500, Stilleven 1500.

Bepalingen voor de tentoonstelling van leden van Arti , maart-april 1924. Monnickendam geeft aan : ' Vergadering in het Concertgebouw ' f 2000,--c. Bepalingen voor de tentoonstelling voor kunstenaars te Amsterdam woonachtig en in de naaste omgeving ( niet: Bergen, Alkmaar, Haarlem, Hilversum, Laren, Blaricum en het Gooi !!) voor de Crisis - Tentoonstelling - Amsterdam (SOS), 11 0ctober - 12 november 1933.Prijzen.