Uitnodiging dedato 25 februari 1939 van de eigenares (mevrouw A. Molenaar-Verkerk)van de kunstzaal 'De Ronde Brug' om een tentoonstelling aldaar te houden.

Toestemming van de Dienst der Publieke werken Amsterdam van 2 september 1939 om schetsen te maken van woonboten gelegen aan het Zijkanaal.

Visitekaartje van Monnickendam.

Papiertje met stempel van het Gemeentebestuur van Buiksloot om te passeren.

Brief van 24 februari 1939 van Chris de Jong met het verzoek om een schilderijstukje te kopen.

Brief van de gemeente Amsterdam dedato 15 november 1940, waarin bevestigd werd dat drie tekeningen (Poortjes) werden aangekocht voor de prijs van f 250,--.Prijzen.

Soort pas met foto van de Garnizoens-Commandant Amsterdam dedato 1 mei 1940: 'Houder dezes, de heer Martin Monnickendam, Kunstschilder, is mij persoonlijk bekend. Hij teekent en schildert in de stad en daar buiten uitsluitend met de bedoeling om het schoone, dat hij ziet, op papiere en doek vast te leggen. Andere bedoelingen zijn hem daarbij vreemd.' Getekend door W.A. Boswijk.

Boete van f 8,-- dedato 9 oktober 1940. Met aantekening van de schilder: 'Voor niet verduistering!' Een vorm van protest?

Gelukkig nieuwjaar kaartje van J. W. X. C Pot en J. F. Pot - Keegstra.

Brief dedato 6 maart 1940 van Griet Schakel-Braakensiek, waarin zij Monnickendam bedankt voor zijn warm medeleven en 'in’t bijzonder ook voor het prachtige spontane gebaar van U, mijnheer Monnickendam, aan Vader’s graf.' Vervolgens vraagt zij of Monnickendam geinteresseerd is in een schetsje van vader. Het betreft hier Johan Coenraad Braakensiek (1858- 27 februari 1940). een gedroogd eikenblaadje is ingesloten.Collega’s

Brief dedato 23 februari 1940 van Markus. 'Waarde Monnickendam', waarin deze schilder vertelt over een schilderij waar hij aan bezig is. Hij haalt zijn dagboek aan van 1934 toen hij Monnickendam bezocht ter gelegenheid van diens 60ste verjaardag. Hij wenst hem geluk met zijn 66ste verjaardag. Hij vertelt hoe koud het is in Oosterbeek en vertelt dat hij naar het Arnhemsmuseum gaat waar Arti heeft uitgepakt. 'Jij hangt er ook'. en: 'Luns heeft de show geopend. Natuurlijk met een toespraak. Dat hoort tegenwoordig zoo bij de opening van een tentoonstelling van kunstwerken.' En vervolgens: 'En nu- waarde kunstbroeder- strijder voor het schoone- ware en geode - zet eens een flink schilderij op en laat ze in Mokum ook eens zien dat jij er nog bent.'Collega’s.

Bevestiging van het Zoologisch Museum-Amsterdam van 4 februari 1941 dat zij in leen hebben ontvangen ' 2 duiven '.

Diploma No 756 voor 1941 van de ' Ned. Federatie van Beeldende Kunstenaarsvereenigingen ', getekend door Jelle Troelstra en H.F. Boot.

Bewijs van Lidmaatschap van Arti et Amicitiae voor 1941

Brief van Arti van 16 mei 1941, waarin wordt aangekondigd dat de Vereeniging tot Bevordering van Beeldende Kunsten heeft aangekocht, onder voorbehoud van toestemming tot verloting, ter verloting het schilderij 'Promotie in Utrecht' (No 91 van de tentoonstelling in Arti van april-mei 1941 en in de catalogus geprijst voor f 500,--) voor een bedrag van f 300,--.Prijzen.

Brief van Arti van 18 oktober 1941, waarin melding wordt gemaakt van de toestemming.

Kwitantie voor de aankoop dedato 21 0ktober 1941.

Brief van Arti van 23 oktober 1941 met de afrekening van de aankoop van de 'Promotie'.h. Hele geestige brief van Mr. P. G. van Tienhoven ( Heerengracht 540) van 10 april 1941, waarin hij reageert op een spotprent van Monnickendam waarbij deze laat zien dat van Tienhoven altijd zijn lorgnet aan zijn oor hing.

Brief van Huib Luns van 3 maart 1941, ('Beste vriend Monnickendam') waarin deze aankondigt bezig te zijn met een boek ' Holland Schildert' en Monnickendam vraagt om een bijdrage daaraan te leveren in de vorm van een 'krabbel van een Amsterdamsch stadgezicht' ter grootte van 12 cm x 6 cm met inkt of conte op ruw papier. Op de achterkant staat de voorstudie van dit werk (41-40 Amst). Het werk zelf is afgebeeld in 'Holland Schildert' op pagina 354. (41-41-Amst).

Dankbrief van Huib Luns dedato 16 juni 1941, ('Beste Monnickendam') waarin deze Monnickendam dankt voor diens gelukwensen met zijn 60ste verjaardag en de daarbij behorende zwierige krabbel. 'Wij hebben elkanders waardeering en steun in deze dagen wel noodig. Maar 't is dan ook met die steun en waardeering dat wij er door zullen komen.' Tevens wordt bevestigd dat het fraaie stadgezicht in het boek is opgenomen en dat hij Monnickendam een overdukje zal toezenden.

Aankondiging van Arti van 6 september 1941 voor de najaarstentoonstelling.

Brief van Arti van 20 september 1941, waarin is opgenomen:' In de verordering over het optreden van Joden in het openbaar lezen wij in artikel 1.2.6. dat het deelnemen aan openbare artistieke vertooningen voor hen verboden is. Onze voorloopige aankondiging van de Najaarstentoonstelling was U reeds toegezonden voor de verordening, wilt deze dus als niet door U ontvangen beschouwen.'

Brief van de secretaris van Arti van 22 september 1941, eigenhandig geschreven en niet op papier van Arti, waarin deze begrip vraagt voor de verordening. 'Namens het Bestuur zenden wij U onze collegiale groeten.'

Brief van Arti van 4 november 1941: 'Het Bestuur der Maatschappij 'Arti et Amicitiae' daartoe verplicht door de bezettende macht, heeft het Bestuur der Stichting: Het Fonds voor Weduwen en Weezen, enz. gevraagd welke leden, of gegadigden der Stichting, Joodsche bloede zijn. In Uw en ons belang vragen wij U ons per omgaande te willen berichten of dit bij U al dan niet het geval is.'Monnickendam tekent met potlood aan: 'Zelf ben ik Israeliet maar mijn vrouw in wier voordeel ik steeds de contributie heb gestort is het niet.'

Brief van Arti dedato 28 november 1941, waarin wordt aangekondigd dat hij in verband met de nieuwe verordening is afgevoerd van de ledenlijst.